2006-03-11: Nepal: Starten in Nayapul

Na een goede laatste voorbereiding smaakte de steak goed en was de regen niet erg, toen deze inviel. Zacht druppend kwam deze inzetten en tijdens de nacht was die weer weg, waarop je natuurlijk weer direct gestoken wordt door de muggen. Altijd een net over je heen trekken dus voortaan. In de ochtend waren we op tijd gereed en kon omstreeks 8 uur in de ochtend stappen we in de taxi naar Nayapul.

Voor het eerst heb ik de back pack op en met ruim 12 kg (weet eigenlijk niet hoeveel het was) maak ik de eerste meters door de zacht druppende regen. Heb 1,5 week geïnvesteerd in de site nu en alle foto’s zijn geupload naar de webmaster. Ik ben erg benieuwd of de site helemaal klaar is als ik terug kom in de bewoonde wereld straks.

Wel heb ik weer heerlijk tussendoor meerdere malen gemaild en gemsn’t met Nederland. Dit keer was ik weer 4 uur online. Fantastisch om weer even bij te kletsen. Samen met Margreet kwam er een gevolg van cadeaus uit het vliegtuig rollen. De boeddha is een beeldje wat je alleen kunt krijgen volgens de Lama die ik een paar dagen gesproken heb. De vader van een vriend van Margreet is een lange dromerige man, die niets anders doet als draaien met zijn wonderstok om anderen in te zegenen. De dikke Chinese Boeddha die ik heb gekregen en nu om mijn nek hangt is volgens hem het teken dat ik een rijk man zal worden. Ik kon niets anders antwoorden dat ik me al een rijk man voel.

Na 1,5 week internet en laptop ga ik nu de bergen in en kan ik mijn stijve rug testen. Voor het eerst zo’n grote rugzak op en ik hing meteen goed achterover. Je moet de bandjes ook aantrekken! De taxi had ons afgezet in Nayapul en de regen leek eerst even stopgezet. Helaas was niets minder waar. Uiteindelijk kwam de regenzak, die ik tegelijk bij de backpack had gekocht, meteen van pas. Herbert heeft eerst wel eens gezegd dat het allemaal niet nodig was die dingen, maar ja volgens hem is niets nodig als je alles gelooft wat er uitflapt. Even later loopt Margreet ook naar een winkel om een grote blauwe vuilniszak te kopen, die al snel wordt opengeknipt en de regen van haar backpack en haarzelf afhoudt.

We zijn klaar en de trek is begonnen. De Annapurna Sanctuary is een groep van bergen bij elkaar en staat te boek als een van de betere trekking gebieden in de wereld. Iets verderop ligt de Everest, maar die kost meer, duurt langer en je moet er heen vliegen. Onze keus was dan ook al snel gemaakt. Het schijnt dat de trek naar de Annapurna Base Camp (ABC), een hele mooie trek is die dwars door de bergstreek heengaat en als laatste naar een hoogte van 4130 meter bereikt. Er zijn ook de Jomson trek en de AnnaPurna Circuit, maar die gaan om de bergen heen. Volgens Margreet, die al een aantal malen eerder is geweest hier gaan we de sneeuw in en we wachten rustig af.

In 10 tot 12 dagen moeten we naar Pokhara kunnen lopen en langs alle lodges die we tegen gaan komen. Ik heb nooit grote wandelingen gemaakt van meer als een dag, maar ik was ligt gespannen vandaag. Of dat kwam door de steak van gisteren, waardoor ik me wat minder voelde of door de weinige slaap die ik heb gehad of door de muggen die me vannacht hebben leeg gestoken (en wakker hebben gehouden) weet ik niet, maar in ieder geval was het gevoel wat dubbel. Ik had wel de grootste schik met de taxichauffeur eerder en vrolijk reden we naar Nayapul, na een taxichauffeur wissel. We hadden een aardige jonge kerel die het stuur overnam en 50 Roepie meekreeg voor Purna de gids. Tenminste dat denk ik. We moeten 900 Roepie betalen voor de taxi en ik denk dat door de vaste prijs, Purna daar een deel van meekrijgt. De anderen denken dat het wisselgeld is, maar goed misschien ben ik ook wel gewoon te sceptisch in die dingen.

Onderweg kwamen we de ACAP post tegen. Voordat je de bergen ingaat moet je een permit halen van 2000 roepie per persoon (25 euro zeg maar). Dit is voor de bescherming van de reservaten en betaal je als bijdrage aan de staat die voorzieningen maakt in het gebied. Op zich goed zou je zeggen op het eerste oog. Later zal dat wel anders blijken.

Ik gooi ook meteen de poncho over me heen. Weer zo’n lowbudget Xenos aanschaf die meteen van pas komt en we lopen rustig het eerste dorpje door. Langzaam omhoog en met steile traptreden vergelijkbaar met het betreden van de Lebuinnes kerk in Deventer. Gelukkig komt er daarna al snel weer een vlak stuk en daarna weer een dalend stuk en zo gaan we het eerste dorpje door. Het zal nog wel erger worden.

Het viel me mee. Loop ik daar met mijn rugzak, eindelijk naar al die jaren plaatjes kijken, de bergen in. Ik was meer opgelucht en ontspannen. Toch zat me er iets nog niet lekker en dat werd me na de eerste echte klim erg duidelijk. De diaree spoot er weer eens uit en de voorzorgsmaatregelen (goed eten, uitrusten) hebben niet gewerkt. Das duidelijk. Zo zie je maar weer. Wat je ook doet……het maakt eigenlijk niet uit.

Als Margreet een misstap maakt in de rivier de we moeten doorkruisen en dan tot haar enkels in het water staat te banjeren nemen we even rust. Het is niet een rivier waar je forel tegenkomt lijkt me. Het water is wel helder en blauw en ik krijg rare gevoelens in mijn maag, maar loop maar snel verder om bij het water uit de buurt te blijven.

Onderweg zien we de eerste Japanner en wat andere buitenlanders. Als t flink door blijft regenen en als blijkt dat we onder een flinke grijze wolken massa doorlopen, zien we de eerste grote bult verschijnen waar we overheen moeten. Nee niet omheen, maar erover heen. De uitdagingen komen naar je toe deze trek, blijkbaar. De naam is Ulleri en Margreet kent deze van een tijd terug en verwachtte pas morgen hier tegenop te moeten.

Als het aan onze kleine gids Purna ligt dan gaan we vandaag de grote bult op. Het eindigt in het midden. We lopen door tot de laatste lodge voor de heftige klim en redelijk doorweekt stappen we daar naar binnen. Voor ons is dit de eerste lodge en we komen er al snel achter hoe het systeem werkt.

De gids regelt direct de sleutels en wij scharen ons om de vuurmassa’s. Even later bestel je wat te eten en je drinkt wat. En de gids blijft bij zijn collegae zitten om wat te drinken. Er zijn veel toeristen en degenen die later binnenkomen, zien er nog wat meer verregend uit. Alle schoenen en sokken gaan naar het vuur om op te warmen. Het is een klein vuurtje waarnaast gekookt wordt en rondom het raam eromheen worden de schoenen en sokken uitgehangen. Het is redelijk druk, dus we laten de spullen maar hangen en de meiden hun werk doen. Ze koken en giechelen er wat van af in de kleine keuken.

Het resultaat is later dat mijn linker Scapino bergschoen een forse smelt verbranding achter de rug heeft. Zeg maar, een oorlogswond heeft, die mijn schoenen helemaal afmaken. Eigenlijk is het zonde, maar er lijkt over nagedacht te zijn hoe ze de schoen moesten beschadigen. Dan had ik er ook maar bij moeten blijven staan of zitten.

In de tussentijd maak ik kennis met een stel Duitsers, die met hun kleine dochter Helen een wereldreis rond de wereld maken. Ze hebben een erg leuk verhaal en het klikt eigenlijk meteen. Ze zijn onder andere door Australië gereden met hun daar gekochte auto die ze voor meer geld hebben verkocht als waar ze die voor hebben ingekocht. Het is hun perfect bevallen en het opent onze ogen een beetje. Het laat ons wat alternatieven zien voor het laatste deel van onze reis. Echter voor ons kan alles nog veranderen. Een dagelijkse beslommering van de reis. Morgen kan alles anders zijn. We hebben veel geleerd en gehoord van hun ervaringen. Daarnaast is het mooiste dat je gewoon in staat bent als jonge familie de wereld rond te reizen en dat het niet een probleem hoeft te zijn. Ik weet zeker dat hun familie hun voor gek verklaard, maar dat zal altijd blijven gebeuren.

Direct bij binnenkomst in deze lodge, waarvan ik de naam even kwijt ben komen we Alex tegen. Een jonge brit van 21 jaar. Een slungelachtige gozer die in de hoek aan het kaarten is. Blijkbaar is hij alleen en we raken in gesprek. We hebben een leuke avond en natuurlijk is mijn baard weer een leuk gespreksonderwerp vanwege de grootte en het forse uiterlijk. Herbert en Margreet beginnen me kabouter plop te noemen en nu moet ik dus gaan uitkijken. In Pokhara heb ik een Nepalese muts gekocht, waarvan ik veel plezier ga hebben in wintertijd in Nederland straks.

Alex is alleen en wacht op een groep mensen die hem toestaat mee te reizen, wat natuurlijk geen probleem voor ons is. Ik kom zelf niet van het slechte gevoel van mijn maag af. Iedereen gaat aan de Dal Bat. Een groot bord met een mix van rijst, groenten, vlees, soep en een groenten curry. Het mooie van dit gerecht is dat je alles onbeperkt aangevuld krijgt. Een typisch Nepalees gerecht blijkbaar. Ik zag bloemkool liggen en ben de keuken in gerent met de vraag of ik een ouderwets bordje bloemkool kon krijgen. Gewoon simpel aardappelen met bloemkool en dat het droog is zonder jus neem ik op de koop toe. Ik wil energie krijgen en de maag goed vullen.

Ik gok hier even verschrikkelijk mis. Juist op dit moment dat ik een goede stevige maaltijd nodig ben krijg ik koude aardappelen en koude te kort gekookte bloemkool. Jakkes……! Ik heb alles maar opgegeten, maar eigenlijk….

Ik hou het de hele avond koud, ondanks de thermokleding die ik draag en het fleece jack en de warme droge tweede broek die ik bij me heb. Tijdens de discussie met de Duitsers hebben we het over de mogelijkheden. De stelregel van Herbert en mij is dat we net zolang doorgaan met bekijken van de opties, totdat we zeker weten wat we willen en wat de beste optie is. Om nu al te zeggen de landrover gaat niet naar Australië is te vroeg en daarnaast doet het afbreuk aan onze reis. Het blijft fantastisch als we de reis af kunnen maken met onze robuuste wagen. Margreet hakt daar alleen direct op in en ik heb er niet op gereageerd. Het is niet mijn moment en we zijn aan de praat met de Duitsers dus als het belangrijk is komt ze wel weer op tafel met dezelfde opmerkingen. Het is alsof ze al bepaald heeft dat de Landrover naar Nederland sturen na India de enige goedkoopste oplossing is. En dat daarmee alles klaar is. Al ben ik het deels met haar eens en was ik ook al tot die conclusie gekomen, het is niet aan haar om daarover te beslissen. We gaan door met alternatieven zoeken voor het tekort in het budget.

De droom is met deze Landrover over te komen en van Nederland naar Australië te rijden. Er moet toch een mogelijkheid zijn om dat te realiseren! In ieder geval reageer ik er niet op, want uiteindelijk zoek ik het met Herbert wel uit aan het einde van India als we alle mogelijkheden op tafel hebben. Elke dag veranderen dingen. Feitelijk is het puur een financiële kwestie en zou zonde zijn als het alleen daarop zou afknappen. Geld is altijd maar tijdelijk. Met zijn tweeën in Nederland 2 maanden werken en dat probleem is weg, alleen dat is nu niet mogelijk. Het risico om de auto te versturen en dat Australië deze weigert is een serieus onderwerp, waar we goed naar moeten kijken. Je weet nooit waar de creativiteit toe kan leiden. Al is deze discussie met de Duitsers wel een “eye-opener” en denk ik dat ik wel wat dagen heb om er eens over na te denken welke alternatieven nog meer mogelijk zijn. Mijn “lakse” houding hierin heeft mij niet binnen een jaar met Herbert naar Nepal gekregen en dan ook met voldoende resources en de juiste voorbereidingen. Ik ben hier niet omdat ik gestopt ben met roken 1,5 jaar geleden om geld te sparen. Dit obstakel, het verschepen van onze Landrover, overwinnen we ook wel weer

Het is grappig. Ik zit weer in het zonnetje in Café New Orleans en speelt een grappige woordenwisseling af naast me. Twee verse Britten nemen een lunch en een wat oudere man, een soort vrijbuiter die nu ergens hier gesetteld is, verteld de mannen over zijn ervaringen met Nepal. Een andere te blonde oudere vrouw, die per definitie voldoende zonuren krijgt stort zich in het gesprek. Haar vrienden die hier porters zijn, zijn per definitie eigenlijk arm. Ze woont hier al 10 jaar en weet wel hoe het reilt en zeilt en is het dan ook totaal oneens met de man. Deze reageert daar weer heftig op en verteld dat hij hier al 25 jaar komt en zelf wel kan bepalen wat hij vind.

De twee oudere individuen lopen te ruziën en alsof het absolute getal van komen naar Nepal in een keer bepaald of een gids of porter rijk of arm is. Ik snap er niets van maar de vrouw staat net op en de twee individuen lopen te grommen naar elkaar. Grappig. De vrouw is het typische personalificatie van de te rijke vrouw die het zogenaamd goed voor heeft met haar omgeving en eigenlijk continue alleen “mooi” loopt te wezen. Ik vind die types helemaal niets. De man is een vrijbuiter eerste klas en blijft maar praten over zijn wonderlijke ervaringen van zijn leven. Dit zomaar even tussendoor. Je komt ze vaker als 1 keer per dag tegen in deze landen en het toeristische Thamel in Kathmandu.

Ik ga vroeg naar bed en het is echt gehorig. De lodges is een pand van twee verdiepingen enkelwandig hout. Als je springt, dan ligt de ander in een huisje verder in bed te schudden op de te kleine harde matras. Het is echter niet koud en goed vol te houden in de toko. Als ik lig denk ik naast me mensen te horen praten en ik weet niet of het Herbert en Margreet zijn en het verhaal over de landrover zit me nog steeds dwars. Ach ja we zien wel. Ik wil die landrover gewoon graag naar Australië rijden. Daar is het allemaal om begonnen nietwaar. Ik vind wel een oplossing of alternatief, al moet ik het zelf doen. Het dient zich vanzelf aan en anders breken we gewoon het ijzer met onze handen.

Even later hoor ik Herbert en Margreet thuis komen. Het waren dus toch anderen naast me die heftig aan het discuseren waren. Had ik mezelf even mooi te pakken! Ik realiseer me weer dat als ik iets wil, dat er niet veel is wat me kan stoppen, totdat het tegendeel bewezen is. Nu eerst maar slapen. Het was toch een mooie eerste wandeldag in de regen met zo’n gekke zak op de rug.


Doorsnede Annapurna basecamp trektocht op basis van opgeslagen punten in excel




Doorsnede Annapurna basecamp trektocht op basis van opgeslagen GPS tracks (exclusief Poonhill -3200 m)

 



Gelopen route. Plaatje gemaakt op opgeslagen tracks van GPS