2006-02-14: Pakistan: De Shangala pass. Een pass vol modder en gaten op Valentijnsdag

Het is gaan regenen en het voeteneind is nat als ik het eerste licht van de dag zie. Het was niet veel, maar net voldoende om het voeteneind nat te maken. Gelukkig hebben we goede slaapzakken, maar toch het regent vandaag, maar het ergste lijkt voorbij.

Gisteravond heb ik nog wat water proberen te kopen, maar alles zat dicht. Dan maar even wachten met tanden poetsen en spoel mijn gezicht met wat water in het hotel waar we op de parkeerplaats de nacht hebben doorgebracht. Als ik de camera bekijk zijn de foto’s die ik vannacht heb gemaakt goed gelukt. Als we even de later weer rijklaar hebben besluiten we te gaan rijden. Het miezert wat en we moeten nog ongeveer 60 kilometer naar Besham over de KKH.

Ik weet dat het gevaarlijk zou kunnen zijn, van wat ik geleerd heb van de Lonely Planet, maar de eerste kilometers over de KKH laten weinig landverschuivingen zien en ik verwacht niet teveel gekkigheid. Even later begint het wel wat harder te regenen en initieel let ik zelf wat meer op, wetende dat als er een echt rots valt we niets kunnen doen. Er rijden echter veel auto’s en vrachtwagens en daarnaast over de 60 kilometer dat er precies een rots op onze landrover valt is erg klein. Dasu is erg klein en daarvoor hoeven we niet te blijven. Anderzijds is de portemonnee leeg en moeten we naar Pechawar.

Het is onze eerste echte regendag weer sinds lange tijd. Tot nu toe hebben we veel geluk gehad. Misschien totaal 7 dagen regendagen, waarvan de eerste 2 dagen in Nederland, direct na ons vertrek. We hadden 1,5 dag regen in Turkije, 2 dagen regen in Iran en nu achteraf hebben we 1,5 dagen regen in Pakistan gehad tot nu toe. Vandaag is het begonnen en ergens is het wel lekker. Ouderwetse regendruppels op de voorruit en in de Landrover zitten met een lekker muziekje erbij. De andere kant van het verhaal is dat mijn 7e zintuig me niet lekker zit. Wetende dat er landverschuivingen plaats kunnen vinden en gedurende het eerste half uur zit ik te dubben en risico’s af te wegen. Is het wel goed om te rijden? Ach wat is het percentage dat er een steen op ons valt. Flink doorgassen en we zijn er doorheen.

Rond ons heen is het gaaf om te zien hoe de laaghangende wolken onder ons in de valleien hangen en hoe de groene berghellingen meer vocht toegediend krijgen van de natuur zelf. Op de weg ontstaan in de bochten en opplekken waar ooit grote keien terecht zijn gekomen, grote plassen die voor onze landrover geen probleem zijn. Als we vlak voor Pattan zitten zien we massa’s laaghangende wolken over de grotere stad Pattan hangen, waarop we de landrover parkeren voor een moment, omdat ik de ruiten van de Landrover niet op de foto’s wil hebben. Ik stap uit en neem positie in langs de KKH. Ik neem een foto en ik hoor iets wat me versneld laat nadenken.

Ik hoor keien, grote keien, keien die snel vallen, erg snel vallen. Als ik snel boven heb gekeken, voor en achter heb gekeken, zie ik op een afstand van 75 meter verderop na de bocht in de berg een lawine van grote keien vliegen. Ze rollen niet eens meer en af en toe valt er een steen op het wegdek. Ik realiseer me snel genoeg dat ik een camera in de hand heb en kan nog snel 4 foto’s maken en een klein filmpje gedurende de 20 a 30 seconden die volgden.

In de auto is Herbert ook al bezig om de vallende landverschuiving te filmen en als het over is moeten we er nog overheen met de Landrover. Iets waar je over gaat nadenken als het voorbij is. We wachten een minuut of 2 en zien een andere auto alweer passeren. De weg blijkt vol te liggen met keien en de auto vind zijn weg erdoor heen. Direct na deze auto passeren wij de “gevallenen” en rijden door. Ik kijk nog snel door het raampje, maar feitelijk is het vaart maken en snel doorrijden. En ironisch gezien bedenk ik me dat de risicoafweging correct was. Hoeveel kans is er nu dat ze precies op onze landrover vallen……!

Na 2 kilometer rijden we Pattan binnen, waar we de tijd nemen om water te kopen. Helaas niet te vinden in dit plaatsje en we rijden verder. Gelukkig is de KKH vanaf dit moment tot aan Besham een weg waar de grote berghelling zich op grotere afstand van ons bevind en kunnen we rustig zonder problemen naar besham rijden. Hier vinden we wel water en halen meteen wat extra zaken als eieren, sigaretten voor Herbert en wc papier. Wat moet je ook zonder wc papier. Voor ons is dit bijna wonderpapier en gebruiken het voor de snelle afwas, dagelijkse behoeften en het olie peilen.

We moeten de Shangala Pass over. Op de kaart lijkt dit een goed begaanbare weg en daarnaast is het een shortcut via het schijnbaar mooie SWAT gebied naar Pechawar. In Besham nemen we eerst nog een bak thee en bespreken dat het mooi zou zijn als we in Mingora terecht zouden komen. Een ietwat grotere stad in het centrum van alle bezienswaardigheden in dit deel van Pakistan. En het is ook wel makkelijk om op Valentijnsdag even contact op te nemen met Nederland via de digitale snelweg. Bij het theehuis komen we binnen en zoals gebruikelijk worden we naar een paar stoelen gewezen, met een voddig geplastificeerd lakentje erover. “Go, sit !”, is het enige wat gemeld wordt en als je niet beter zou weten, denk je in een lagere schoolklas te zitten, die na de middagpauze van de vrijdag weer aan het werk moet. We weten wel beter inmiddels. De gemiddelde Pakistaner kan gen beter engels praten en we begrijpen elkaar. We krijgen Kawa, namelijk “green of black thee without milk”. Als je niets zegt krijg je standaard melk in je thee en dat is niet te pruimen. Die tijd ligt achter ons.

Naast ons staat een grote behaarde man, die geen schoenen aan heeft, vodden draagt en ons verwart aankijkt. Hij heeft een grote kan in handen waar hij af en toe uit drinkt en maakt vreemde gebaren die we niet begrijpen. Om me heen kijkende zie ik dat de andere mannen ietwat lachend het geheel observeren en concludeer samen met Herbert dat dit een zwerver is die de restjes krijgt van eenieder. Niet begrijpend vervolgd hij zijn weg en neemt nog een flinke teug, waarna hij op blote voeten de straat weer oploopt om zijn weg te vinden tussen de lokale muilezels, schapen, koeien en geiten.

Midden in Besham staat een bord die de weg wijst naar Mingora. Eenmaal de bocht om kom je op een weg die steil omhoog gaat en het kleine voordeel dat we hebben met de landrover op dit terrein laat ons bijna alle voertuigen passeren. De weg is bijna 1 baans met aan beide zijden een strook van 1 meter, gevuld met zand en stenen. Om de zoveel meter komt er een groot gat. Dit keer kan dit bijna niet zijn van landverschuivingen, want de hellingen zijn te ver weg. Voor ons rijdt een Toyota met achterop twee mannen, die regelmatig natte voeten krijgen van de plassen waar door heen gereden wordt. Ik probeer hier foto’s van te maken, maar de combinatie beweging, donkere vlekken en donker beeld laat het mij niet lukken om de perfecte shot t e maken. Ik ken de camera inmiddels goed, maar toch wil het niet lukken om met korte sluitertijd, het perfecte kleurrijke beeldje te schieten en na een paar verwoede pogingen geef ik het op. Ik had immers al van mezelf geleerd dat als je niet in de stemming bent, dat de camera moet blijven liggen waar die ligt. Wat de geest denkt komt ook op de camera beelden en dat geld alleen niet voor zwarte vlekken die door de stofjes die helaas op de lens zitten. Dit komt door de reparatie in Esfahan in Iran. In een niet stofvrije ruimte is de camera weer in elkaar gezet en het nadeel is nu dat als ik inzoom ik altijd 5 a 6 zwarte vlekken in mijn beeld terug zie. En daar baal ik behoorlijk van. Vooral op lichte achtergronden worden de mooiste kwaliteit foto’s vernacheld door die rare vlekken. Ik laat het wat het is en we rijden rustig verder.

Als we een grote plas van 15 meter en 30 cm diep zien,pak ik de camera weer op en na tien pogingen heb ik eindelijk een landrover met ruim spattend water op de foto. Af en toe rij je hier door plassen waarbij het water op de motorkap beland. De hellingen gaan op en neer en de gaten lijken alleen maar groter te worden. Echter er rijden ook Toyota Carolla’s en (andere) busjes. Ook al zou ik hier niet graag rijden met een dergelijke auto. Ik ben blij dat de Mercedus thuis is.

Als we bijna boven op de berg zijn, rijden we dwars door de wolk heen. Het is mistig en je ziet maximaal 50 meter ver. We nemen een pitstop voor de dagelijkse behoefte. Even lekker in een wolk plassen. Als ik weer in de auto wil stappen komt de volgende behoefte en ik loop weer terug om het welbekende wc papier te pakken. Dan ook maar even lekker in de wolk S……., ach je weet wel wat ik bedoel.

Na ruim 3 uur rijden van Besham komen we bij de top aan van de bergpas, waar we weer in moeten checken bij de checkpost. We zijn zo klaar en onze beloning wacht op ons. Een heldere hemel, kilometers uitzicht en vlak uitgestrekt land. We zijn bijna de bergen uit. Deze pass op 2100 meter hoogte is de laatste grote heuvel die we voorlopig hebben tot aan het Himalaya gebied waar we met een paar weken zullen rijden. Aan de ene kant zien we de wolken de berg over komen en langzaam terrein winnen aan de zijde met mooi weer. Meter voor meter komt de wolk over de bomen heen naar beneden. Aan de andere kant kijken we uit over een lange rivier waar de zon precies in schijnt en tussen de bergen die we nog zien, is er een schitterende lichtval in de resterende vochtophopingen. Het gras is groen en de mensen liggen uitgebreid achterover te genieten van het zonnetje. Het is inmiddels ook weer warm, ik denk ongeveer 25 graden en we bedenken ons dat het alleen maar meer kan worden.

Als we in Mingora aankomen rond de laatste zonnestralen van deze dag proberen we een plaats in het centrum te vinden. Na een leuk tafereel met wat locals die aangeven ergens te kunnen staan, waarna blijkt dat het niet mogelijk is rijden we verder en parkeren domweg ergens. Het is een veel grotere stad en we hebben weer bereik en warempel vinden we ook een pinautomaat. Het resultaat is een flinke steak op ons bord en de gastvrije man geeft toestemming om op hun terrein te parkeren voor de nacht.

We gaan eerst naar het internetcafe, waar we de hele avond doorbrengen. Een avond met ongewilde gemengde gevoelens en een lege Paktel telefoonkaart van 300 roepie. Ach wat maakt het uit. Missie geslaagd: Voor Valentijnsdag weer in “civilised world”…… en we kunnen weer gerust gaan slapen omstreeks 2 uur in de nacht.