2006-02-13: Pakistan: Een dag vol gebreken

Het waait nog steeds behoorlijk als we omstreeks half 11 wakker worden. Na gisteren helemaal afgemat de auto pontificaal voor de politie checkpost te hebben geparkeerd, worden we nu wakker in een nog steeds schuddende tent. Er is en was veel lawaai afgelopen nacht en deze ochtend van de wind en langsrijdende auto’s, bussen en tractoren, maar hier heb ik zoals gebruikelijk geen last van gehad. Hier zijn geen oordoppen voor nodig. Gisteren zijn mijn oren dicht gaan zitten, nadat we van Fairy Meadows terugreden over de steile trek met ruim 1700 meter hoogte verschil. Doordat mijn lichaam redelijk afgemat was reageerde deze heftig op mijn hoofdklieren blijkbaar. Nu is het weer over en hoor ik alleen nog een beetje dof. De vitaminen van de mandarijnen hebben hun werk gedaan en de slaap doet me veel goed zo te merken.

De politiepost is een verzameling van tenten en gebouwtjes waar de politie, militaire krachten en mountain rangers verzameld zitten om het gebied rond Chilas in de gaten te houden en alle voertuigen te controleren. Iedere buitenlander moet zich hier melden en inschrijven. Als de tent open gaat staan er meteen weer een boel mensen om ons heen en als het lokale potje volleybal afgelopen is verzamelen ook deze mensen zich om ons heen. Zoals gebruikelijk staren ook de mannen van 40 je aan alsof ze een buitenaards wezen zien en bekijken ze op hun gemak de auto en de inhoud. We krijgen meermaals de vraag waar we vandaag komen en ik ben vandaag in vorm. Na gisteravond dat ze ons van de weg af heb ben geplukt en door moesten rijden naar de checkpost ben ik erg kribbig en snauw de mannen een voor een af. “Pakistani Police make tourist angry”, “No more Pakistan for me” en “Pakistani Police is dangerous”. Er is maar een weg, we komen van Skardu en toch vragen ze domweg waar we heen gaan ! Daar moet ik nu eenmaal raar op reageren en zeg:”Is this the road to Australië?” En je hebt nog nooit zo’n raar fronsend gezicht gezien, terwijl de andere goed engels sprekende mannen erom heen voorzichtig lachen.

We nemen al;s ontbijt een paar tomaten met suiker en wat koffie. Het water is bijna op en ik neem een van de laatste restjes mee naar beneden. Hier loopt de Indus rivier. In de hoge rivierbedding staat een creatie van cement, die verdomt veel op een toilet lijkt en als ik erin kijk liggen er voldoende hopen me toe te kijken. Als ik naar binnen stap wordt ik teruggeroepen door de man die er naast staat. Dit is voor het gebed en kijk nog een keer bedenkelijk naar de hopen stront die op de “gebedsplaats”liggen en loop maar verder naar de Indus. Op afstand houden een aantal mannen me starend in de gaten en ik begin met uitkleden, want ik moet me toch wassen. Met het ena laatste doekjes van José wordt ik weer fris en met een klodder gel in de haren en frisse tanden loop ik weer terug. Fris heeft hier een heel ander karakter als in Nederland, maar het is voldoende om je weer te voelen onder deze omstandigheden en tussen de hopen stront teruglopend bereid ik me weer voor op de starende ambtenaren met geweer.

We rijden weg en het hek gaat vlot open en rijden in een langzaam doorbrekend zonnetje in de richting van Dasu en Pattan. De weg is hier mooi en de zon schijnt vel in de blauwe Indus. De bergtoppen hebben nog steeds een witte top en de sneeuwlawine waar we op de heenweg langsheen kwamen is misschien wat kleiner geworden door de warmte en de regen, maar er ligt nog steeds wat sneeuw rond ons. De berghellingen worden steeds groener en wij tweeën bediscussieerden of dit op de heenweg ook al was. Waarschijnlijk hebben we gewoon geluk gehad en hebben we in het noorden net de laatste verse sneeuw gehad, nadat de lentezon langzaam door komt breken en de hellingen voorzien heeft van groen mos. Ik denk dat het een kwestie is van dagen dat eerste bloesems door komen zetten en zeker als we verder naar het zuiden gaan komen we weer terecht 25 graden weer, groen gras en korte mouwen weer.

Voordat het zover is gaan we eerst meemaken wat de bergen met onze auto heeft gedaan en als plezier hiervan wordt met een oude Landrover vertaald in onderhoud en ditmaal is het niet preventief. Ik rij rustig naar beneden en als ik de berghelling afrijd vlak voor Barseen merk ik op dat de rem raar reageert. Ik moet deze verder intrappen voordat ik grip lijk te hebben. Ik rijd met een gangetje van 50 a 60 naar beneden en het stuk is niet te stijl en merk op dat het erger lijkt te worden en we besluiten de auto zo langs de kant te zetten en tegelijk weer de olie na te kijken. Vlak voor het dorp is een open stuk en daar past onze auto mooi. Herbert stapt uit en tegelijkertijd is nu de gehele druk van de rem weg. Deze doet het niet meer. Herbert roept stop maar, ik weet het al. “Het spuit eruit !!!” merkt hij op.

Terwijl ik de motorkap open en de olie begin na te kijken hoor ik:”O, O dat wordt wat”, onder de auto vandaan komen. We constateren dat de strop van de gehele achteras was losgelaten, waardoor er speling zat op de achteras en deze flinke spellingsruimte had. Waarschijnlijk is de remleiding hierdoor (i.c.m. metaalmoeheid) afgebroken nabij de verdelingsnippel van de achteras. We hebben de afgelopen 2 weken ontzettend veel moeilijke wegen gehad en later zal ook blijken dat het bijna ondoenlijk is voor een normale bus of auto om, hier normaal te rijden, zullen we leren van de Zwitsers. Alle stenen, gaten, modder, sneeuw, ijs en verdwenen asfalt door landverschuivingen heeft de achteras flink laten lostrillen. Het kan ook zijn dat een groot gat in de weg, die ik net heb doorkruist, tegen de remleiding heeft aangeslagen, maar dit lijkt onwaarschijnlijk. Echter het blijft mogelijk. Overal liggen stenen, gaten en zand en het resultaat is dat we de boel nu kapot hebben. Herbert uit zich in het begin dat dit een groot probleem kan worden, maar na een goede controle blijkt alles nog heel en de remleiding is op een gunstig punt gebroken. Alleen de nippel ligt er compleet af en de ronde koperen leiding moet een nieuwe riffit (conus) krijgen. Dat betekent dat we de ronde leiding moeten bewerken met een hamer en een soort priem, welke we natuurlijk niet bij ons hebben. Na diverse mogelijkheden te hebben uitgeprobeerd vind ik de multiset waar we bitset van kunnen gebruiken. De bitset heeft een ronde overgang naar de vaste basis en is perfect om een conus mee in de remleiding te slaan en na wat wikken en wegen lijkt de remleiding voldoende. Gelukkig is de leiding niet in het midden gebroken. Alle beugels worden weer aangedraaid van de achteras. De vul en stelplaatjes zitten er nog tussen en naast te twee vast gewalsde moeren en bouten worden nu ook de andere bouten en moeren aangedraaid, zodat de speling van ruim een centimeter verdwenen was. De vulplaatjes waren tevens helemaal vast gestanst wat ook niet in het voordeel werkte, maar gelukkig waren we er juist op tijd bij om verdere schade te voorkomen en zijn ook de beugels niet gebroken.

We gebruiken voor het eerst de grote krik die we hebben aangeschaft. De krik draagt de naam “High Jack” en tilt onze 3 ton aan gewicht zonder al teveel moeite naar boven. We worden aanbeden door veel locals, die onze verrichtingen vol aandacht bekijken. Na afloop tel ik 34 kinderen en mannen om ons heen. Sommigen van hen zijn irritant en meerdere malen schudden we ze bij ons weg en als ze weer met hun neus boven op ons staan als we onze handen wassen, worden ze nat gegooid met vuil restwater. Af en toe staar ik enkelen van hen nog aandachtiger aan als zij ons bekijken en roep af en toe “Ohh, Oohh an alien” en schaapachtig lachend blijven ze met de armen over elkaar heen om ons heen staan. Ach we zijn er aan gewend, we zijn immers filmsterren geworden in Pakistan.

IK maak de 4 liter fles olie op en realiseer me dat deze op is gegaan over een afstand van 750 kilometer. Teveel olieverbruik das zeker en dat kan een probleem worden. We hebben immers gesteld dat het normaal is dat een oude motor 1 liter op 1000 kilometer mag verbruiken. In Iran hebben we al een nieuwe kering gekocht en in Nepal wordt het misschien tijd om deze te vervangen. Hiervoor moet de bak eruit en het is goed mogelijk dat ondanks dat de krukas aan de minimale eisen voldeed, de kering niet voldoende af kan dekken. Om deze te vervangen moet of de motor eruit en anders moet de bak eruit. We hebben nu in ieder geval tijd om een goede locatie uit te zoeken en een juiste prijs erbij te vinden om het te laten doen, aangezien je er de juiste ruimte en de juiste tools voor nodig hebt. Een groot verschil met de motorschade in Bulgarije is dat we de tijd hebben en zoals we al deden alleen het verbruik in de gaten moeten houden en tijdig bij moeten vullen. Iets wat inmiddels een routineklus is geworden.

Het logboek wat ik bij ben gaan houden een aantal maanden terug werkt ook goed. Hierin noteer ik wanneer we diesel tanken, wat het kost en de hoeveelheid. Daarnaast schrijven we nu op hoeveel olie we bijvullen en dit verwerk ik 1 keer in de maand of zoveel weken in de laptop om te zien wat de cijfers zeggen. Hierdoor zijn we nu in staat om te zien wat het verbruik is voor olie en diesel en wat de kosten per land zijn. Er is nu duidelijk verschil te maken in de prestaties van de 45 PK motor en zien dat de bergen erg zwaar zijn soms voor de motor. Echter niet te groot en we onderhouden nu dagelijks. Dit was zonder logboek ook wel gebeurd, maar we zijn wel in staat om te besluiten of we verder gaan met investeren in olie of in een reparatie.

De laatste maand lijkt het verbruik zeer veel te zijn gestegen. We reden van de start continu rond de liter per 1000 km. Nu lijkt het misschien veel maar we hebben alleen maar gespeeld in de bergen en er is veel olie verloren gegaan tijdens stilstand in de bergen, waarbij de motor wel liep. Het zal misschien nog wel meevallen en we gaan eerst kijken wat we de motor doet op het traject van hier naar Islamabad op de snelweg. Zoals het er nu naar uitziet moeten we nog 20.000 km en dat betekent 40 tot 60 liter extra olie en we moeten ons afvragen of dit opweegt tegen de investering voor de reparatie. We hadden al besloten dat we om de 5000 a 10.000 kilometer de filters en olie zouden vervangen bij een goed lopende motor, wat ook 20 tot 25 liter investering zou betekenen gedurende reis, wat nu niet echt nodig is vanwege de continue toevoeging van nieuwe additieven met het bijvullen van nieuwe olie. We zullen wel zien in Nepal.

Als alles is ingepakt rijden we verder en hobbelen we richting de volgende stad. Bij een klein theehuis aan de rand van de weg komt het volgende resultaat van ruim 2 weken spelen met een landrover in de bergen op ons pad. Bij het uitstappen ziet Herbert een scheur in de rechterachterband. De banden hebben het super gehouden tot dusver en geen weg was te gek. Helaas hebben we nu een steen geraakt die te scherp was en een kleine snede in de zijkant van de band heeft gemaakt, waardoor er een scheur van 15 centimeter is ontstaan. Zo gebruik je de nieuwe krik nooit en nu kunnen we hem wederom uitpakken.

We gooien de reserve band erop en de band met scheur achterop om te voorkomen dat we een klapband lopen. De scheur is redelijk diep, maar kan nog wel gebruikt worden in noodsituaties. Helaas het terrein heeft het gewonnen van de All-terrain band. We twijfelen of we gelijke banden op gelijke zijden moeten zetten en zorgen er eerst maar even voor dat we de band oppompen, aangezien deze wat sok is. Een dag vol reparaties dus vandaag.

Grappig is de thee verkoper die direct aan kwam lopen toen we de Landrover parkeerden voor zijn vierkanten cementen bak met dak. Hij noemt Herbert meerdere malen: ”How are you brother” en als klap op de vuurpijl meld hij:“Do you have a gift”, wat de gladde automonteur verkeerd valt. “I am not your brother, so stop calling me like that. “You are begging” en de van zwarte vegen voorziene reisgezel laat zijn andere zijde weer even zien. Ik moet er wederom maar weer om lachen en laat het maar even gaan, maar als ik met alle afval uit de auto naar de gastheer toe loop om het te verwerken, weigert hij dit. Hij zegt dat Herbert een slechte man is. Voor Allah zijn we namelijk allemaal broeders en over zijn vraag voor een presentje wordt niets geroepen. En de cultuurverschillen liggen op tafel en ik neem ook niet de moeite om het goed te praten. Uiteindelijk nemen ze het afval aan, drinken we de thee op en wassen we de handen en gaan we verder na betaald te hebben.

Als de krik en gereedschappen weer in de Landrover zijn gepakt kunnen we weer verder en ongemerkt ga je toch weer voorzichtiger door de gaten in de weg rijden. Er zijn dus toch grenzen aan het materiaal, maar ik ben blij dat we geen investeringen moeten doen. Ons geld is op en de 100 euro die we in Gilgit hebben omgewisseld is er ook bijna doorheen. We hebben nog circa 600 Roepie bij ons en dat is ongeveer 9 euro, waar we het mee vol moeten houden tot aan Pechawar. Dat wordt dus slapen in de auto de aankomende dagen en eigenlijk is een goede douche wel op zijn plaats om onze vetkuiven en lichamen te wassen.

Langzaam trekt het dicht boven ons en de eerste regendruppels komen naar ons toe. In het plaatsje Dasu rijden we weer over de brug die naar de ander kant van de Indus rijdt. De zwarte donkere wolken gevuld met regen boven het kleine stadje zijn indrukwekkend. Ik wil er foto’s van maken, alleen dat mag niet op een brug in Pakistan. In no-time heb je dan ambtenaren met geweren in je rug, die je vertellen dat je geen foto’s mag maken. Herbert houdt de gemoederen om de Landrover bezig en ik schiet snel wat foto’s totdat ze ook mij in de gaten hebben en ik stap snel in en rij verder. Soms moet je gewoon even doordrukken.

Als we door de kleine straat rijden over de Karakoram Highway (KKH) ontwijken we mensen, schapen, geiten en ezels die midden op straat staan, totdat je ze bijna aandrukt met de punt van de landrover. De regendruppels worden langzaam groter en ik probeer uit of de ruitenwissers het nog doen. Na 10 minuten uit het dorp komen we midden op de KKH een landverschuiving tegen. Een grote vierkante steen ligt op de weg tegen de berghelling en met de punt op straat en het doet me beseffen dat het met regen gevaarlijk kan zijn. Achter dit dorp is het onduidelijk wat er gaat gebeuren en hoever de andere dorpen zijn als we doorrijden en we besluiten rechtsomkeert te maken en vinden uiteindelijk een plaats bij hotel Silk route op de parkeerplaats naast de brug waar we net foto’s hebben gemaakt. Er worden geen kosten doorberekend en we parkeren de Landrover met de punt naar achteren om in de nacht toch stiekem foto’s te maken.

In het dorp vinden we vriendelijke mensen. Een van de jonge obers, die net zijn avondgebed uitvoerde naast ons op de grond is helemaal van de kaart. Hij is blij ons te ontmoeten en zegt dat dit zijn eerste keer is. Het is mij geheel onduidelijk wat hij bedoeld, maar goed het zal wel. Hier blijkt ook weer dat het gemiddelde salaris maximaal rond de 3000 Roepees (45 euro) ligt per maand en dat is niet veel. Het Pakistaanse gerecht smaakt ons goed en met een goed gevulde maag struinen we langs de kraampjes en winkels van Dasu, kopen mandarijnen voor de vitaminen en ik haal een oud chinees zakmes voor 20 Roepee. Het is nog steeds niet het gewilde Zwitserse zakmes of de Leatherman’s knife, maar toch.

Ik vul de avond met het maken van een puntenlijst in word aan de hand van de foto’s. Hiermee kan ik de verhalen weer updaten. Ik heb nu ruim 3 weken niets gedaan aan de verslagen en maak de eerste start weer. Ik wou alle tijd besteden aan het noorden van Pakistan en dat is goed gelukt. Nu wordt het weer tijd om de verhalen te verwerken.

Zoals Phil al eens zei is het niet de eindbestemming die telt, maar de reis er naar toe. Elke dag gebeuren er nieuwe dingen, onverwachte zaken en daar heb je het mee te doen. Deze dag was niet alleen een rare dag vol reparaties, maar vooral de start van een mooie afsluiter van de KKH. Het was niet makkelijk om binnen 1 jaar alle voorbereidingen te doen, een landrover compleet te kopen en te herbouwen en vooral niet om het forse budget bij elkaar te krijgen, maar het is gelukt en ik ben er trots op hier te kunnen zijn.