2006-02-08: Pakistan: Eindelijk op weg naar de Deosai Plains. Speelkwartier !!

We gaan niet verder naar het oosten van Baltistan en besluiten bij Sadpara Lake te gaan kijken. Hier is een Boeddha, een kunstmatig gemaakt meer en de weg naar Deosai Plains. Het zonnetje straalt heerlijk en we gaan vroeg weg nadat we als eregasten zijn behandeld aan het ontbijt. BBC world vertelde de laatste berichten op de tv en de koffie was weer goed.

Rijdende door Skardu valt het op hoe wit de toppen zijn. In de stad zelf is de sneeuw redelijk weg, maar als we langzaam de stad uitgaan naar Sadpara wordt het meer en meer. De zon wordt fel weerkaatst door de sneeuw met de mooiste foto’s als gevolg. We slaan de Boeddha voorlopig over en rijden door naar het meer. Hier is een hotel met een kade aan het water, waar we thee drinken en met de hengels van de jonge gastheer de forellen proberen te vangen. De man zegt continue YES. YES. Ook als hij het niet begrijpt of nee bedoeld en ik wacht weer op het moment dat Herbert weer uit zijn dak gaat. Vadertje Herbert begint weer te grommen en spreekt de jonge gasten aan. “It’s stupid, you are a morron if you do that. You understand?” En lachend loop ik maar weg met de hengel om die ene forel aan de haak te slaan.

Het meer is jaren gelden gemaakt en ligt tussen twee bergwanden in. Een compleet strak meer met een klein eilandje omringt met alleen maar sneeuw. Iets eerder had ik de auto geparkeerd en kwam ik al vast te zitten bijna, waarna ik met de 4 WD en lage giering door reed naar de juiste plek.

Als Herbert voor de thee ontwaakt een half uurtje later in het zonnetje, lopen we naar de jongens weer. We vragen ze ook hoever we kunnen komen en ze zeggen dat het dorp geen probleem moet zijn. Als we in de auto stappen om naar het dorpje te rijden, willen er twee van de jonge gasten mee en dat is geen probleem voor ons.

In het dorp loopt iedereen uit als we eraan komen en temidden van een Yak en tientallen runderen (Zoo’s) stappen we in het midden uit van de mestmarkt. WE worden meegenomen naar een van de huizen waar een goed engels sprekende man zijn familie introduceerde. We zijn te gast en krijgen thee in het huis. Kinderen kijken af en toe naar binnen en ook bij de auto lopen de nodige inspecteurs rond. De man is een gids en neemt regelmatig mensen mee voor een trek de bergen in vanuit Skardu. Wij zijn de eerste toeristen en hij verwelkomt ons hartelijk. We begrijpen dat ze helemaal zelfvoorzienend zijn in het leven en dat ze in de winter feitelijk niet uitspoken. Na de thee worden we rondgeleid door de 20 huizen en 5 families. Er staat een graanmolen, die wordt aangedreven door water. Struinend door het vee, maak ik nog een foto van de Yak op1,5 meter afstand, niet realiserende dat dit gevaarlij kon zijn. Ik wordt gewaarschuwd door Herbert en de man en laat de laatste foto maar zitten, die ik van plan was te maken. Deze Yak stier was een maatje te groot en de flits zou hem wel eens in vuur kunnen zetten. You never know.

De jongens willen ook meerijden de berg op. Bergopwaarts houdt al snel op is de voorspelling, maar de eerste meters gaan voorspoedig. Vanaf het dorp maken we de eerste verse sporen in de sneeuw, waar nog geen auto is geweest deze winter. WE gaan uitproberen hoever we komen voordat we van de berg afglijden. Soms moeten we weer een betere grip vinden en schokkend gaan we omhoog van het dorpje tot aan 2900 meter. Er zit al een dikke ijslaag onder ons en langzaam rijden we stap voor stap door. De meters die volgen gaan we schokkend en langzaam grip krijgend een paar centimeter hoger. Er ligt een laag van 30 cm en daaronder zit ijs. Bij 2940 meter lijkt het teveel en komen we bijna niet verder meer. Herbert probeert het ook nog een stukje. Spinnend door de laag sneeuw hebben we met alle banden geen grip en als ik het goeie pad weer hebben gevonden rijden we door. Ik wil en zal de 3000 meter grens halen en op de meter nauwkeurig is dit het punt waar we stranden en de ijslaag ons niet verder laat gaan. Dit is het eindpunt en we vieren het met sneeuwballen en muziek. We kunnen niet hoger als hier en dat is nu officieel bewezen.

Naast ons zit nog een klein bruggetje en ik plof neer in de sneeuw, waar ik tot aan mijn knieën in sta zo’n beetje. We hebben er schik van en ook voor de dorpsjongens vinden het prachtig. Met harde house muziek wordt een feest je gebouwd nadat de auto op het smalle weggetje gedraaid is op de ijsvlakte. De mensen staan ons ietwat raar aan te kijken, maar goed we hebben schik. Voor we weer bij het Sadpara Lake aankomen is er een grote rivierbedding achtige omgeving waar ik de auto midden in parkeer naast het kleine waterstroompje die naar het meer leid. IK leg de jonge gasten uit welke knoppen ze moeten gebruiken en ze maken foto’s van Herbert en mij die in het midden van de grote rivierbedding staan.

Crossend door de rivierbedding rijden we terug naar het hotel van de jongens en gooien we onze hengels uit, vanuit de aanwezige boot. We roeien om de beurten, maar we krijgen nog niet eens beet aan de blinkers. We dobberen een uurtje en dan heb ik het wel gehad, waarna Herbert er alleen op uit trekt om een forel als avondmaal te vangen. Tot zonsondergang roeit hij rond terwijl ik naar de verhalen van de jonge reisgidsen luister. Ze vertellen wilde verhalen over twee Oostenrijkse dames, die zich lieten verwennen tijdens een drie maanden durend verblijf aan het meer en omgeving door de jongens. De moslims hadden er met teugen van genoten en hun lusten mogen botvieren op de 6 jaar oudere dames en de verhalen werden in geuren en kleuren verteld, terwijl vader in het donker terug kwam zonder vis.

In het donker reden we terug naar ons eigen hotel, waar weer een fijne tomatensoep op me wachtte. Tijdens de avond kregen we bezoek van de gastvrije hotelmanagers en hebben we de foto’s bekeken van onze reis, terwijl we een koffie aangeboden kregen van de heren.

Morgen is het Ashura, de openbare rouwdag van sjiieten en ik ga bekijken wat dat is en ben van plan morgen er vroeg voor op te staan. Vandaag was prachtig en voldaan gaan de ogen weer dicht.