2006-02-04: Pakistan: Gulmit, het gastvrije Ismaëlische dorp

We zijn vanzelfsprekend laat wakker, maar de hoteleigenaar komt al ophalen. Gisteravond heb ik nog de bakken voor op de landrover losgehaald, waarna Herbert ook kwam helpen. Door de tunnelschade is de rechterbak compleet losgetrokken en nu moeten we dit repareren, wat niet een te groot probleem is. In het donker zijn we aan het hameren geweest en nu ruim ik de laatste dingen nog even op die er nog lagen. Nu is alles weer heel naar het rammen van een tunnel. Alleen de tent zou nog beschadigd kunnen zijn, maar dat gaat wel goed waarschijnlijk.

De gastheer neemt ons mee naar zijn huis. Hier is een gezin aanwezig met drie dochters en een drukke vrouw die in oude houten huis thee aan het maken is voor ons. Overal liggen kussens en in de hoek staat een weefmachine waar de vrouw soms aan het werk gaat om wat te maken. De stoof is van de keuken naar de kamer gehaald voor de hitte en daarom walmt het soms een beetje in de keuken. Normaal maakt het gezin ook traditionele gerechten op de hotellocatie zelf, maar aangezien we de enigen zijn en waarschijnlijk de eerste toeristen van het seizoen, hebben we de privilege bij hen thuis te mogen komen. Het ontbijt is perfect. Dik gebakken bruin brood met heerlijke zelfgemaakt abrikozen jam en een soort stroop. Het is lang geleden dat we een dergelijk ontbijt hebben gehad en later moeten we er ook fors voor betalen, maar het weegt niet op tegen de ontvangen vriendelijkheid en lekker gerechten.

Als de auto weer loopt stapik achter het stuur om naar het fort te rijden boven op de berg. Het eerste stuk is een weg met te kleine bochten moeten we in elke bocht meerdere malen steken om de bocht te maken met onze grote draaicirkel. Soms hangt er een lijntje over de weg voor de telefoon, waardoor Herbert op het dak moet kruipen om de kabel over de auto te begeleiden. Natuurlijk maak ik hier foto’s van en voordat we het weten zitten er 5 kinderen op onze auto, die meeliften naar boven. Tegelijkertijd wijzen ze ons de weg en als we echt niet meer verder kunnen omdat de weg te smal is parkeren we de auto op de laatste parkeerplaats waar we ook kunnen draaien.

We hebben 3 keer moeten stoppen onderweg dat de auto uitvalt. Dit komt door het verschil in hoogte en de toevoer in lucht, waardoor er geen ontbranding is met de ijle lucht. Bergopwaarts en met weinig toeren valt de motor gewoon uit om daarna niet meer te starten. In lage giering en met hoge toeren komen we boven nadat systematisch door Herbert de dieseltoevoer en de luchttoevoer zijn bekeken en ik wederom probeer te starten. Je blijft bezig met een landrover en dat maakt het mooi. En zoals gebruikelijk zijn we weer boven gekomen, alweer !

Het fort is circa 15 minuten lopen vanaf de parkeerplaats en is een grote samen hoping van stenen op elkaar gestapeld. Ik vermoed dat hier een eeuw geleden nog mensen gebruik van maakt als het niet korter geleden is nog. Het uitzicht geeft een beeld over de vallei voor de golden Peak en in de verte ligt Passu, het volgende plaatsje.

Als we weer beneden zijn gekomen met de Landrover rijden we vlot door en hopen we richting Sost te komen, waar de laatset nederzettingen volgende Lonely Planet zitten. We komen alweer stil te staan en we besluiten de lucht toevoer helemaal open te zetten met een trekbandje. Er is te weinig lucht, maar hierdoor zal ook een deel van het vacuüm wegvallen die gebruikt wordt voor de rembekrachtiging, wat ik niet zo’n goed idee vind in eerste instantie. De rem functioneert nog goed daarna en we hebben geen last meer van het uitvallen van de motor. Al pieker ik me suf wat er nog niet aan het verhaal klopt. Waarschijnlijk moeten we als we hier weer van terug rijden ervoor zorgen dat we afstelling gaan verbeteren, want het starten gaat ook nog steeds kut en dat zal er in mijn optiek ook mee te maken hebben. Ik zeg eerst nog maar even niets aan Herbert, want dit moeten we tactisch voor elkaar zien te krijgen of gewoon zelf doen, aangezien Herbert er niet veel voorvoelt om dit te veranderen en ik nu redelijk weet hoe ik hem aan het werk krijg. En wanneer het me niet lukt gedraag ik me gewoon als een lulhannes eerste klas en ga domweg de discussie aan. Ben niet meer van plan om overal maar domweg vanuit te gaan dat alles is zoals het in eerste instantie verteld wordt.

Passu heeft een hele grote gletsjer, die zo’n beetje de straat op komt rollen en er ligt een klein vijvertje aan de rand van de KKH. Het zonnetje schijnt er vel op en aan de andere kant staat fier de Golden Peak te pronken met zijn goudgele kleuren.

Na ruim een uur rijden komen we bij Sost terecht, waar echt niet te doen is! Na wat sneeuwlagen en ijsstromen te zijn ontweken aan de KKH en langs de nodige landverschuivingen te zijn gereden, maak ik een filmpje voor het thuisfront voor het hotel waar we aan zijn gekomen. Binnenkort is het Valentijnsdag en ik heb wat snode plannetjes in mijn kop zitten en op de achtergrond vallen de laatste zonnestralen op de bergtoppen, voordat de avond invalt.

In het dorp is geen elektriciteit aanwezig tot vanavond 22.00 uur. Alweer een dorp zonder elektriciteit. 1 dag poer week moet een dorp het zonder elektriciteit doen om zodoende de vermogens optimaal te gebruiken en verdelen. Blijkbaar is er te weinig totaal vermogen en teveel afname voor de aanwezige megawatten elektriciteit. Het tweede hotel waar we aankloppen is los en in de avond krijgen we een heater. Na een goed maaltijd met soep, inspecteer ik de hangbrug over de Deosai plains. Een brug van touw en hout, waar auto’s overheen kunnen. Hier hebben Hein en Pierre ook gereden en ons ronduit verteld over hun wens hier te komen. Wij zijn er inmiddels al achter dat dit er voor ons niet inzit. We kunnen maar tot 3000 meter ongeveer en deze hoogvlakte ligt op minimaal 4000 meter hoogte. eergisteren heb ik bij de Haider Inn nog een foto meegenomen voor de herinnering en dat is alles wat ik er aan over zal houden ben ik bang. Als ik naar de foto kijk, bedenk ik me dat we er niet eens overheen hadden gekund. We zijn te hoog voor de houten dwarsbalken die voor stabiliteit van de brug zorgen aan het begin en einde. Maar goed, soms moet je blijven dromen. We vinden wel wat anders wat we helemaal te gek vinden. Deze moeten we laten schieten.

In de hotelkamer waar we als 2 oude zakken naast elkaar in ene grote houten stoel zitten naast een kaarsje in het donker en een petroleum heater, ben ik de spijkerbroek die ik in Iran heb gekocht aan het naaien. De knopen schieten continue los en dat moet even afgewerkt worden en als een betaamt en volleerd naaier, naai ik de knoopsgaten dicht. Komen die naaisetjes toch mooi even van pas. Herbert is ook wat aan het herstellen, maar weet even niet meer wat hij aan naaien was…….

Gedurende de hele avond ben ik teksten aan het verzamelen voor de aankomende 14 februari. Ik heb stiekem 2 grote kaarten meegenomen op reis. In september had ik het snode plan al bedacht en nu moet ik er alleen voor zorgen dat ik de kaarten op tijd vanuit de bergen in Nederland krijg. We zullen wel zien en anders komen ze maar wat later aan. De middelen zijn beperkt en bedenk me dat het belangrijker is dat de inhoud goed is en zo ben ik een hele avond aan het knippen plakken, lezen en schrijven om de twee kaarten te vullen. Het zijn de details die het hem doen en daarvoor moet je werken.