2006-01-28: Pakistan: Op weg naar de “Northern Area’s” van Pakistan

Ik heb er zin aan. Eindelijk naar “the Northern Areas” waar ik al zoveel van heb gehoord en die ik perse wil zien. Waarschijnlijk kan ik niet de tracks maken, die ik graag zou willen maken, maar ik ben vooringenomen om alles eruit te halen wat erin zit. Het was een lange weg hiernaar toe en ik heb maar een keer een eigenhandig gerenoveerde dure Landrover tot de beschikking. Vandaag gaan we op pad.

IK heb besloten de verhalen even achterwege te laten gedurende een paar weken en te genieten waar mogelijk. Beneden bij de auto aangekomen zat Olivier al te wachten op de automonteur die al vroeg zou komen om half 8, maar ja dat zijn Pakistaanse tijden. Om 9 uur was hij er nog niet en met een half uitgewaaide kop zat hij bij ons aan tafel aan het ontbijt. Als de Landrover is ingepakt en we het ontbijt achter de kiezen hebben krijgen we een cd cadeau van Puffy Pouf, de band waarin hij speelt. Een erg leuk cadeau en ik realiseer me nu pas dat we afscheid gaan nemen. Het was een erg leuke gezamenlijke tijd met de Zwitsers. Gedurende 2 maanden was het makkelijk en goed vertoeven om samen te eten, koken, samen reizen en de landen te verkennen. Onze gezamenlijke doelen komen nu tot een einde en het dringt nu pas tot me door dat het vandaag is afgelopen. Ik ben wel blij dat we nu weer onze eigen route kunnen bepalen en had wat twijfels of de bus van de Zwitsers het door de bergen gaat trekken op de route die ik graag zou willen rijden, maar dat weegt niet op tegen de voordelen van het samen reizen. Ik weet bijna zeker dat we elkaar weer tegen gaan komen tijdens de reis. Het is jammer dat ik geen afscheid kan nemen van Sarah, die zoals gebruikelijk rond deze tijd nog in haar bedje ligt. Ook al had ik wel eens wat andere ideeën over hoe je houding moet zijn tijdens dergelijke reizen, toch is het een leuke vlotte dame, die het vrouwelijke aspect laat zien tijdens de reis door de islamitische landen. Ik zal ze zeker missen, maar we gaan nu eerst wel bergkapertje spelen op onze eigen reis naar het noorden. Het is toch grappig hoe dingen kunnen lopen.

Olivier zwaait ons uit nadat we de schone was hebben opgehaald en nog een prepaid kaartje halen bij de buurman. Al snel rijden we naar de hoofdweg. We zullen met ongeveer een half uurtje de eerste bergen zien. Als de pinautomaat ons een voorraadje geld heeft gegeven en de tank weer vol hebben kachelen we weer verder. Dit keer zonder diesel sporen achter ons. De planning is om via Murree te rijden, het Zwitserland van Pakistan. We weten dat we in de buurt van het aardbevingsgebied komen, maar we hopen er snel langsheen te trekken. We hebben er niets te zoeken en de locals hebben me verteld dat we er goed langsheen kunnen.

Murree is een zomerverblijf van de rijke jongens uit Islamabad. Alles is volgebouwd met huisjes. De bergen gaan langzaam omhoog en het blijft gaaf om door dit soort gebieden te rijden. De wegen gaan op en neer en je ziet steeds hogere bergen, waarvan je vooraf weet dat je erover of omheen moet rijden. Op de kaart zien de bergen eruit als allemaal geultjes die ergens samen komen. Het wordt een zware klus voor de landrover en ik ben benieuwd hoe deze zich houd de aankomende twee weken. Murree is te toeristisch en de weg erheen is goed te noemen. De hele bergwand is volgebouwd en daarom niet interessant. Alsof je de toeristische trekpleisters van Oostenrijk binnenrijd voor de wintersport, weliswaar op Pakistaanse manier van reclame voorzien.

In Murree zelf besluiten we linksaf te gaan en de weg leid ons hoger en hoger en als snel rijden we al weer op 2000 meter, waar we de sneeuw ingaan. Er zijn enkele checkposts die vrolijk zwaaien, maar we rijden gewoon door alsof er niets aan de hand is en de mannen maken ook geen aanstalten om ons te stoppen. Links en rechts zien we kleine landverschuivingen en soms mist er een deel van de weg. Toch kun je zien dat er onderhoud plaatsvindt aan de wegen.

Het is de eerste sneeuw weer die we zien sinds Iran en we merken dat het koud is buiten. Bij het maken van de foto’s moet de jas weer aan. Het zonnetje heeft plaatsgemaakt voor donkere wolken en er lijkt sneeuw in de lucht te zitten. Hoe hoger we komen des te kleiner de wegen zijn en hoe meer sneeuw er begint te vallen uiteindelijk, zei het dat het op watersneeuw lijkt en redelijk snel als druppel op de grond valt. Toch boven de 2300 meter blijft het liggen en rijden we een natuurpark in lijkt het, die ik niet op de kaart terug vind.

We komen wat splitsingen tegen en ondanks dat we drie keer naar boven zijn verwezen als we naar Muffarazabad vragen, proberen we het nog een keer en nu wordt gemeld dat we terug moeten naar Murree, ongeveer 20 kilometer terug. We snappen er niets van en we vragen ons af of we niet om de berg heen kunnen. Ode weg wordt wel steeds gladder met ijs en de band begint zo langzaamaan te glippen op circa 2500 a 2600 meter hoogte. We zien nu ook op de kaart dat we waarschijnlijk de pas naar Abottabad te pakken hebben en dat is niet goed, aangezien we proberen in het natuurpark terecht te komen bij Muffarazabad om uit de wind te blijven van de aardbevingsgevolgen en de mensen niet tot last te zijn. Toch moeten we terug en maken dan maar rechtsomkeert om weer naar Murree te rijden.

Op de terugweg zien we bij het rustplaatsje waar een keetje met wat stoelen staan enkele apen op de weg zitten. Langharige apen , die gevoerd worden door de toeristen. Om ons heen rijden bussen vol met scholieren en studenten, die een dagtrip naar het natuurpark maken. De apen zijn redelijk getraind en smullen lekker van de natuurproducten die ze gevoerd krijgen. Voordat je het weet kom je de eerste apen tegen, net zoals we vandaag op de eerste dag in India (de dag dat ik dit verhaal typ) een grote Olifant zien lopen langs de kant van de snelweg. De apen zijn langharig en lopen met hun rode konten te paraderen langs de weg en maken zich niet teveel zorgen om onze auto die langs komt rijden en ik maak dan ook snel wat foto’s van het tafereel.

Op de weg terug worden we gestopt door een checkpost. De man wil nu in een keer geld en vanzelfsprekend weigeren we. Had hij ons op de heenweg maar moeten stoppen en daarnaast had hij ons de goede weg kunnen wijzen en we rijden door naar beneden. Ik wacht af of we nog ergens tegen worden gehouden, maar ook dat valt mee. Er komt geen correctie actie van de locals en we hoven ook later niet te betalen. In Murree vinden we al snel de goede weg en pakken we de hoofdweg naar Muffarazabad.

Voordat we er erg in hebben rijden we langs een brug van staalkabels en hout. Deze bruggen mag je niet fotograferen evenals militaire posten en Herbert houdt iedereen mooi aan de praat terwijl ik over de loopbrug naar de overkant loop en enkel plaatjes schiet. Eenmaal teruggekomen wordt de gastvrijheid zichtbaar en we hebben de eerste thee en alweer gekregen. We halen ook nog wat kippenvlees en hiertussen in zit wat kippen levertjes die ik over sla en Herbert ook liever niet opeet. Ik heb nog wat gevolgen van een verkeerd kippetje onder de leden en sla het liever even over zeg maar. Verderop bij een kraampje zie je de kippen geslacht worden. Zowel van een gehakte kip als van een kuiken wordt het resterende lichaam op een presenteerblaadje tentoon gesteld om aan te geven hoe vers deze is en ik zie in mijn gedachten de salmonella al rondvliegen hier.

Deze brug is tevens de grens met Jammu & Kasjmir (J&K), het gevaarlijke J&K aan Pakistaanse zijde. Hierachter zou ook het aardbevingsgebied moeten liggen en het valt ons in keer op dat de eerste tenten al staan in de bergen om ons heen. Iets eerder als verwacht. Als de agenten vragen of we per missie hebben om het gebied te betreden zorgen we snel dat we in de auto komen en weg rijden, want anders kunnen we terug en dat staat niet op onze planning. Buiten het aardbevingsgebied om moet je “in general” (ik denk tevens een beetje in engels tegenwoordig, en weet het Nederlandse woord even niet!) een “permit” hebben om sommige delen te betreden. Dit wordt veelal geregeld in Islamabad en ja we willen natuurlijk niet terug. Later lees ik terug in de Lonely Planet dat dit nog niet voor dit deel gold, maar ja, het risico van terug rijden wil ik graag tot het minimum beperken.

De weg gaat door bergdorpjes van niet veel meer als een eenbaansweg met zand ernaast waar ook de trucks overheen bulderen. In de dorpen wordt wat rustiger gereden, maar daar is ook alles mee gezegd. De omgeving is nog erg winters in de toppen, maar ook de berghellingen vertonen weinig groen. De grauwe lucht voorspeld nog steeds sneeuw in de bergtoppen. De route zien we kilometers ver langs de dalen rijden waar een klein riviertje loopt. Het valt op hoe snel het aantal tenten om ons heen vermeerderd. Zelfs hier zijn al slachtoffers en het aantal gebouwen wat nog als puinhoop ingeklapt naast de tenten staan worden alleen maar meer in aantal.

Onderweg maak ik nog een foto van een gapende Herbert naast me, die even zijn mond te ver heeft loshangen. Het ziet er niet uit eigenlijk, maar goed weer wat nieuws voor op de site…..! In een van de bergdorpjes zetten we een hout verdeelplaats op de foto. We hadden op weg naar Islamabad al wat foto’s gemaakt van een houtzagerij, waar op ouderwetse manier met een tweetakt motor een grote zaag wordt rondgeslingerd, maar nu zien we ook hoe de brokken hout worden afgewogen en verkocht worden aan de locals. Als ik uitstap voor een foto heb ik al snel 10 man met me meelopen die bekijken wat ik aan het doen ben en vriendelijk groetend schud ik ze wat van me af. “Stupid tourist”, zou ik ervan denken.

Vlak na deze momenten duikt het eerste tentenkamp voor ons op en het worden er meer en meer en meer …..en meer….. Het is een mega groot gebied en als de gebieden dichter bevolkt aanzien, des te meer Unicef tenten er opdoemen langs de bergwanden. Overal waar een hoopje puin ligt staat ook een tent en in de valleien staan tentenkampen voor honderden families. Overal komt het trefwoordje relief opduiken en het is zondermeer indrukwekkend. Ondanks onze wens om dit gebied wat te omzeilen, zitten we er in een keer midden in. Echter het word alleen nog maar groter en groter.

De aardbeving van 8 oktober 2005 heeft na ons vertrek van september 2005 plaatsgevonden en ik wist eerlijk gezegd niet meer als dat het in een deel van Kasjmir was. Ik heb meerder malen aan diverse mensen gevraagd wat de beste weg was en elke keer kreeg ik als antwoord dat er geen probleem was om deze weg te volgen. Niet te opvallend maak ik links en rechts wat foto’s, maar wil ook niet teveel een ramptoerist worden. We houden de hoofdwegen aan en het wordt me steeds duidelijker dat we het natuurpark in Muffarazabad niet gaan halen als deze al open is. Voor Muffarazabad worden we gestopt door de militairte poltie, waar we ons in moeten schrijven. We krijgen wat thee aangeboden, maar slaan het even over. We willen een slaapplaats gaan zoeken, want met een uur is het ook donker.

OP de gok rijden we door de grote stad heen, die eruit ziet als een compleet neergeklapte stad. Bijna niets staat overeind en alleen de nieuwere gebouwen hebben nog bestaansrecht. Het zegt wat over de stabiliteit van de woningen aldaar, maar ook over de hevigheid van de aardbeving die ergens boven 7 op de schaal van richter zat. We rijden rustig maar wel door naar de bergweg. Hiervoor moeten we wel door heel Muffarazabad rijden en bovenaan zie je met een uitzicht over de stad hoeveel tenten er wel niet staan. Mensen met grauwe gezichten kijken ons aan en er komt nog een glimlach uit. De jeugd zwaait een beetje en de buitenlanders die je op straat ziet lopen denken dat we hulpteam zijn.

Onze landrover wordt vaker geïnterpreteerd als militair voertuig en de vlaggen die we op de zijkant hebben geplakt om te voorkomen dat we in Pakistan worden gepakt in het midden van een groep mensen of demonstratie lijkt nu een teken van relief team. Een van de managers van Honeywell opperde nog om een rode kruis teken mee te nemen en op de auto te plakken in noodsituaties, maar dat was geen optie voor ons. Hier zou die weliswaar van pus kunnen komen, maar we hebben geen plannen om hier te blijven. Het lijkt ons beter om hier zo snel mogelijk uit het gebied te verdwijnen, want we kunnen hier niemand helpen en er is al leed genoeg gemeld dat het geen probleem is om hier te overnachten, maar het lijkt ons beter om door te rijden naar Balakot. We zitten dan meteen op de weg naar de Babbusa pass, waar we overheen willen proberen te komen. Ik heb de Lonely Planet er nog niet oplos geslagen, maar als dit lukt zou het allemaal nog wel eens mee kunnen vallen om in het noorden wat tracks te kunnen maken met onze Landrover over kleine weggetjes op grote hoogten.

Er is blijkbaar een meldingsplicht voor buitenlanders in deze gebieden, want we zien diverse borden met daarop vermeld dat we moeten stoppen. Na ons te hebben ingetekend maken we vaart naar Balakot wat echter niet betekent dat we het gebied uitrijden, integendeel. Het blijft maar heftiger worden en in het schemerdonker rijden we Balakot binnen. We moeten hier ergens overnachten want het is gevaarlijk om in het donker te rijden en ik wil het niet opmijn geweten hebben ook dat we een persoon die net zijn halve familie heeft verloren even goed van de sokken rijden.

We besluiten ons te melden bij een Turks relief team. Buiten waait het hard en het regent licht inmiddels. We staan naast een mobiele bakkerij en kunnen hier veilig blijven staan. We maken kennis met de bewakers en worden uitgenodigd bij de turken. Het zijn twee jongens uit Turkmenistan en een jongen uit Turkije, die voor een maand hier komen helpen via de Turkse organisatie. In principe zijn de avonden voor hun en met onze woorden Turks die we nog kennen, grappen we wat heen en weer. Het zijn studenten en welvarende gasten, die de nodige kennis hebben en we hebben een leuke avond pratende over de verschillen van de landen en culturen en de toekomst die ze voor zich zelf hebben uitgestippeld.

Ook vertellen ze ons wat meer over de achtergronden van de ramp die zich hier heeft voltrokken. Het epicentrum lag in Abottabad en was rond de 7,3 op de schaal van richter. Meer als 80.000 doden waren er gevallen en voornamelijk onder de Kasjmir bevolking. De mensen leven hier op simpele wijze en in slechte huizen en aangezien de aardbeving plaatsvond rond 6 uur in de ochtend (net als in Bam!) zijn er veel mensen in hun bed gesneuveld. Nu lijkt de situatie stabiel en wordt het tijd om te gaan bouwen. De mensen hebben voldoende eten en alles gaat redelijk gereguleerd, echter de regering staat nog niet toe dat er gebouwd wordt. De mensen zouden verplaatst moeten worden naar een veiliger gebied, maar als je er de boeken open slaat is er om de 25 jaar een grote aardbeving en men wil er toch niet weg, dus starten met bouwen zou mijn beredenatie zijn. Het schijnt dat er weinig ontwikkelde mensen wonen hier. Ik hoop dat de situatie enigszins verbeterd voor ze op korte termijn.

Na afloop van de avond is het buiten een beetje fris maar niet koud ondanks de hoogte van 1500 meter. Een goede voorbode om in de tent te kunnen blijven slapen gedurende 2 weken in het noorden. We krijgen nog een slaapplaats aangeboden van een goed engels sprekende en gastvrije Pashtun, maar die slaan we hartelijk af. Zelf als ze met z’n allen in een tentje liggen te vernachelen, bieden ze de plekke nog aan, aan hen gasten. Het is niet te geloven eigenlijk.

De man heeft wat leiding over groepen mensen en vertelt ons dat we moeten blijven want morgen is er een bruiloft, waarbij 25 stellen in een keer trouwen. Dit moeten we meemaken volgens hen en zijn er geen problemen. Men vind het leuk als we er zouden zijn en eigenlijk wordt ik nog verbaasder. Hartelijk lachend met wat anderen zie je hier de andere kant van de medaille. Na een grote ramp komt het positivisme doorzetten zoals ik vaker gezien heb bij een ramp of en grote gebeurtenis. Positivisme is een schoon goed bedenk ik me en maak aanstalten om naar bed te gaan en we klappen de tent op.

Morgen komt de man ons vertellen of de pass open is, want het is zeer waarschijnlijk dat we terug moeten naar Abottabad. DE pas is circa 4000 meter hoog en gesloten in deze tijd. Dit betekent dat we een paar honderd kilometer extra moeten rijden en daar zou ik flink van balen, maar we wachten maar af.

Ik krijg nog een berichtje van een leuke dame en van Steven Koster, de druktemaker van ons voetbalteam “t vierde”. Als ik het me goed herinner, ging het over een oceaan, lekker vrouwen en wat je ermee kon doen. Lachend stuur ik hem een bericht terug, maar die zal wel nooit over zijn gekomen. Het is me nog onduidelijk of dit een dubbelzinnig berichtje was…….