2006-01-21: Pakistan: Koloniale architectuur in Sukkur

De nacht was lang en na schreeuwende luidsprekers van rond 6 uur om de agenten te roepen voor het ochtendgebed heb ik mijn twee uur vaste slaap gevonden. Het blijft weer lastig om in het nieuwe ritme terecht te komen na Quetta, maar goed. We zijn fit en na een wasbeurt die weer de belangstelling heeft van de nodige jeugd en agenten ben ik klaar om weer te debatteren met de engels sprekende agent die deze ochtend ons is komen verwelkomen. Het blijft raar om te beseffen dat men graag naar een wassende man loopt te kijken.

Ik had er geen zin om uit te gaan in eerste instantie, maar een glas water over je gezicht en een luchtje onder de oksels is alweer een heel andere wereld. In de kamer die ik binnenloop zitten circa 10 mannen te wachten. De thee staat klaar en het debat begint weer. In een gesprek van een half uur trekken we even fel van leer om de toon te zetten dat we dit echt niet willen en aan te geven dat we erg verontwaardigd zijn over de manier van optreden. Natuurlijk antwoorden de mannen dat het hun werk is en dat ze het verplicht zijn ten opzichte van ons, maar de onverwachte reactie kwam uit de hoek van de Zwitsers. Sarah lijkt niet te bevatten dat je je even hard moet opstellen om wat anders te bereiken en wederom begint ze in het Frans en Duits met ons en Olivier te praten. Ik erger me er dood aan het feit dat dit gebeurd en natuurlijk heeft ze gelijk dat we hun manier niet kunnen veranderen, maar om te bereiken dat de mannen undercover met ons meegaan en dat ze ons niet lastig vallen met grote geweren moeten we nu wel even doordrukken. Gelukkig valt het allemaal nog mee en kan ik overeen komen met de man dat hij een briefje voor ons maakt waarin wat regels staan die overeenkomen. Olivier neemt het telefoonnummer van de agent mee en de cirkel is weer rond. Nu kunnen we de agenten op straat een papier onder de neus drukken met spelregels. Achteraan rijden, geen oponthoud veroorzaken, geen mensen benadelen voor onze veiligheid, geen sirene en zwaailichten aan en geen gekkigheid. Gewoon afstand houden met hun geweren.

Daartegenover zullen we ons melden op het eindstation bij de politie en daarna ter plekke b lijven slapen of een hotel opzoeken. Voordat ik wegga om de rest in het centrum op te zoeken, komt de agent in charge naar me toe. “Are you going?”. Mijn antwoord:”Yes, wright away.” De agent:”O.K., 1 Kalesnikov ONLY in your car then Okay?” En ik lach maar wat en ik laat wat foto’s maken van de agent, het geweer en ikzelf met het geweer in handen in de Landrover. We maken van de nood maar een deugd dan en we rijden weg naar het hotel waar we een ontbijt nemen. Herbert heeft inmiddels voor ons beiden een opeenvolgend telefoonnummer gekocht en we kunnen nu goedkoop bellen naar vaste nummers in Nederland en belangrijker goedkoper sms’en.

In Jakobabad is verder niets te zien en we reizen in een ruk door naar Sukkur, ongeveer 150 kilometer verderop. We stoppen tussendoor een paar keer om de roofvogels boven ons te zien. Tientallen vogels azen boven de kleine dorpjes. Er is voedsel zat en af en toe stuift er een naar beneden, kort naast je. Een prachtig gezicht en we rijden snel weer door. Het is nu makkelijk om de agenten mee te hebben. Ze blijven netjes achter ons en degenen die naar voren willen, sturen we gewoon weer terug. Al;s we aankomen in Sukkur, rijden we in een keer naar het bureau, waar we een balletjes cricket slaan op het grote veld waar we kunnen slapen.

De agent ter plekke neemt ons mee in de pick up en laat ons de hele stad zien en stuift over alle zandwegen naar de grote waterkering over de Indus rivier. We zien alles het Museum, de dam en alles wordt toegelicht in goed engels door een andere agent. Langzaam zakt de zon onder in de Indus.

Als we weer verder rijden komen we uit bij een Hindi tempel aan de Indus en een nieuwe en een oude brug over de Indus rivier, waar we de eerste steken van muskieten over ons heen krijgen. Het zijn fantastische plekken om even te zien en onze privé agent rijdt ons helemaal rond. Als we weer terug komen bij het bureau en dan vragen naar een restaurant, schrikt hij op en zegt dat we er net va.daan komen. Zonder aarzeling rijden we terug en begin ik weer aan de kip en een paar lekkere patatten erbij. Het smaakt ons goed en op de terugweg neem ik plaats naast de agent. Ik pak af en toe zijn walkie talkie en schreeuw wat woorden als “breakie breakie, greetings from holland” door de ether heen tot groot genoegen van de man. Er wordt ook op gereageerd, maar ik versta er geen biet van. T

Terug bij het bureau pak ik de laptop en vraag om een werkruimte. Ik krijg een compleet bureau toegewezen en neem het er van om een paar uur verhalen te schrijven. Ik moet wel toestemming vragen om het terrein te verlaten en lachend ga ik verder met mijn verhalen. De grappige dienstdoeners van Pakistan, geweldig. Het is dat ze een geweer hebben om mee te schieten, maar verder !