2006-01-13: Pakistan: Banjeren en internetten in Quetta

Als ik wakker wordt bestel ik eerst eens een fijn ontbijtje. Dit bevalt me goed en na de douche nemen we het er even van. Kort daarna zal de gastheer van gisteren weer voor ons staan om 11 uur en met duwen en trekken zijn we op tijd en rijden we de Landrover voor om te vertrekken als ze komen. In de tussentijd halen we koekjes en wat drinken en duurt en duurt het maar voor ze komen opdagen. Na 1 uur wachten denk ik niet meer dat ze komen. De Pakistaanse afspraken zijn dus minder hard als dat je vooraf verwacht. Mij maakt het niet zoveel uit, want ik wil wel wat internetpagina’s bijwerken en een relaxed dagje op de hotelkamer blijven. Daarnaast moet ik nog een goed internetcafé zoeken want morgen heb ik contact met Nederland. Ik heb met Axel en wat andere mensen afgesproken om bij te praten en via MSN is het allemaal net wat goedkoper, tenminste als je een goed internetcafé hebt.

In de tussentijd als we koekjes kopen staan er in no-time weer tientallen verwonderende mensen om ons heen.. Ze kijken je aan en vragen waar je vandaan komt en als ze doorhebben dat je ze niet verstaat dan steken ze je de gek aan, wat ik dan ook graag een beetje terugdoe. Af en toe komen er wat bussen langs en staat er een fluitend mannetje in, die de buschauffeur laat weten als die moet stoppen of niet. Tevens roept hij waar hij heen rijd en het blijft grappig om te zien.

De hoteleigenaar vraagt voor de derde maal om fotokopieën van de visa en ik maak deze snel tussendoor, zodat dit ook weer geregeld is. Ik duik de hotelkamer op om te werken en Herbert en Olivier gaan het stadsdeel “Cannt” verkennen. Dit militaire deel is afgescheiden en hier gelden striktere regels. Je mag er niet binnenkomen zonder helm, er is militaire bewaking en meer geheime politie, die ook Olivier en Herbert hebben aangesproken. Ik begrijp later dat Sarah in het hotel is gebleven.

In de avond probeer ik een internetcafé te vinden tegenover het hotel. Het zijn allemaal oude computers met verbindingen van maximaal 5 kb/s en ik kan tot tweemaal toe niet eens de site fatsoenlijk openen van hotmail en van ons. Dus ik laat het maar zitten. Ik ga vanavond wel op zoek naar een goed internetcafé.

Als ik terugloop is Herbert net thuis en vertelt de verhalen over Cannt. Ze hebben ook nog een gas heater in de bus proberen in te bouwen, maar dat is niet gelukt. Er kwamen hoge vlammen uit en dat is niet goed als je nog langer met je bus wil rijden rond de wereld.

We lopen wat rond door de straten in de avond op zoek naar een eetcafé en we worden naar “Prince street” geleid door een politieauto waar we achter in zitten naast een Afghaan en een militaire Pakistaner met geweer. Het zijn leuke gasten en er is een leuk gesprek over het land, alleen blijft het raar dat er een groot geweer op 20 cm afstand van je staat met een lengte van ruim 1 meter.

In “Prince street” vinden we allemaal lokale tentjes met hangende kippen en op houtskool geroosterde kippen. De vette pannen maken de kip klaar en ze worden geserveerd met pittige curry sauzen. Toch kiezen we het restaurant verderop, waar we gaan zitten. We kunnen weer de typische Pakistaanse gerechten kiezen of chinees met rijst. Herbert en ik kiezen hetzelfde en kiezen voor de kip met pittige saus en het smaakt ons heerlijk. Aangevuld met een beetje Coca Cola gaan we met een goedgevuld buikje terug naar het hotel, waar weer de tv aangaat met de nodige films. Ik draai me al snel om en snurk er een eind van weg.

Morgen ga ik er vroeg uit en vertel iedereen dat ik er een dagje tussenuit knijp omdat ik Nederland op ga zoeken via de digitale snelweg en ik flink wat mail heb te verstouwen. Daarnaast gaat Axel mijn computer optuigen en stuurt me wat bestanden toe die ik graag mee wil hebben op reis. Ik heb er zin aan en kijk uit naar morgen, want om kwart voor twaalf in Pakistan en tegelijkertijd om kwart voor 8 in Nederland ga ik weer blij worden.