2005-12-09: Iran: Op weg naar de oase

De kou is weer weg als de zon ons wakker maakt en na een goed opfrisbeurt met de wasdoekjes van José gaan we er tegen aan na een broodje ei en een bakje thee. We hebben thee waarmee je losse blaadjes in een kommetje doet, dus je moet veel spugen om de blaadje te verwijderen.

De weg leid door bergen en hoogvlaktes en het is gewoon alweer prachtig. Ik val een beetje in de herhaling, maar het is onvoorstelbaar wat een gevoel het geeft om door deze landschappen te rijden en te stoppen waar je wilt om een foto te maken. We stoppen bij een begraafplaats, een totaal afgelegen woestijn weg en bij een schuilplaats in de woestijn. Met de landrover rij je overal heen zonder probleem en dat maakt je erg dynamisch.

Als we de weg niet zeker weten, stoppen we bij een politieauto die ons de weg wijst. Het plaatsje Garmeh staat niet op de kaart van Phil en niet op de GPS. Op beiden staat wel het plaatsje Ab e Garm en we verwachten dat deze hetzelfde is ne besluiten hiernaartoe te rijden. Onze landrover rijd mooi, maar niet hard en met onze 2,5 a 3 ton rijden we na een aanwijzing van een bromfietser over een fantastische stuifweg en we schieten wat mooie plaatsjes van de stof achter onze auto. Na een paar kilometer stuiven komen we terecht op een klein pleintje nabij Ab e Garm en de jongelui maken gebaren met hun handen. We begrijpen er niets van, maar als we Garmeh roepen, wijzen ze ons terug naar de weg. We moeten blijkbaar terug en rijden vlak voor het donker terug en gaan op weg naar de Zwitsers die op ons wachten. Als we rijden valt bij mij het kwartje. De tiener die voor me stond bedoelde te vragen of we ons wouden wassen in de heetwater bron. Nu is het te laat en rijden we door, maar toch een gemiste kans en waarschijnlijk stonden we er 100 meter naast. En zoals altijd een kleinigheidje hou je toch…….

Eenmaal op weg weer zien we meer oase gebieden. Er zijn grote stukken prairieachtige omgevingen met bergen eromheen. Tussendoor doemt in een keer een gebied met palmbomen op, zomaar uit het niets. Prachtig om te zien en ik wil er graag overnachten. We zijn al enkele borden tegengekomen dat we uit moeten kijken voor loslopende kamelen en helaas zien we er nog geen. Er is dus nog geen kameel die in ons nood naar huis kan trekken.

Als we eindelijk in het dorpje arriveren gaan we maar eerst naar Maziar, nadat we het halve dorp hebben opgetrommeld. Ze geven allemaal aanwijzingen om bij de enige hotelhouder in het kleine oase plaatsje te komen. Maziar kijkt een beetje nors, maar spreekt ons toe en gaf aan dat gisteren het hele hotel bezet was met gasten uit Teheran. Tussendoor hebben ze ook de Zwitsers gezien, maar ze weten niet waar die nu zijn.
Van de Zwitsers hebben we begrepen dat er een spring ergens zou zitten, maar Maziar verwijst naar Ab e Garm, waar we net vandaan komen en bevestigd dat dit de “hot water spring” is. Vlak voor we weggaan zegt hij dat er tussen de palmbomen een kleine warm water bron zit en wij rijden er naar toe.

Temidden van megaveel palmbomen rijden we door de zachte zanderige weggetjes door naar de berg. En hier staat tussen 3 palmbomen het witte Hyundai busje van de Zwitsers, die ons warm onthalen. We zijn terecht gekomen op een klein stekkie tegen een berg naast een warm water bron. Boven de warm water bron is een dak gemaakt, waarboven een palmboom staat. De auto’s parkeren we naast de bus en het is gewoon een oase, perfect, super. Er zijn geen andere woorden voor.

Om te eten rijden Olivier en ik naar de plaatselijke super waar je alleen eieren, chips, sigaretten en Zam Zam kan krijgen. Zam Zam is de plaatselijk cola en we besluiten maar spaghetti te maken van alle resten en voorraden die we hebben. Als de landrover weer geparkeerd is verzamelen we wat hout en voordat we er erg in hebben zitten we met zijn allen naakt in de warm water bron.

Sarah, de Zwitserse vergeet even waarschijnlijk dat er nu twee extra kerels naast haar zitten, die bijna 3 maanden geen naakte vrouw hebben gezien buiten de playboy om die we in Erzerum hebben weggegeven en de porno kanalen van het hotel in Estiban. Maar goed, we kunnen ons inhouden en het is heerlijk om in een oase in een bad te zitten. ’s Avonds bij het kampvuur keuvelen we wat na en hebben we een lekker avondmaal. Olivier blijkt een ware kok te zijn. Sarah haalt wat laatste wijn op, die ze nog stiekem heeft meegenomen en we nippen na elkaar wat van de wijn.

Opsommend hebben we vandaag met ons vieren nogal wat zaken fout gedaan volgens de wetten van de islam. Sarah heeft zonder hoofddoek naar mannen gekeken zonder kleding aan te hebben en haar genitaliën getoond, waar. Hetzelfde geld voor de mannen andersom. Sarah en Olivier zijn niet getrouwd en dus dat mag ook niet. We hebben drank gedronken en op luide muziek gedanst en lol gehad, waarbij de vrouw gelijk staat aan de man. Allemaal foute dingen volgens de wetten van dit land en wat voor ons praktisch gezien normaal is. Het zal allemaal. We hebben eindelijk een oase van rust, warm water, palmbomen en zeeën van tijd gevonden om alles te doien wat we nog willen doen. We zetten later de tent op en gaan voldaan slapen. Figuurlijk gezien komen na Esfahaaaaaannnnse smokwolken, de Garmeh ‘se zonnestralen tevoorschijn en onder een bijna volle maan zijnde verlichting is geen wolk aan de horizon te zien. Wat een leven ! Hier doen we het voor.