2005-09-28: Bulgarije: Big City Sofia en de pianobar

We worden wakker bij “Tina” en stappen rond een uur of 8 uit de tent. Weer veilig en goed geslapen lopen we voor een bak koffie de toko weer in. Al snel kom ik tot de ontdekking dat we kunnen douchen. Heerlijk, we kunnen weer. Herbert komt wat later en ik ben inmiddels klaar, nadat ik de douche gesloopt heb. De douchekop viel tot 2 keer toe op de grond en in plaats van 10 stralen heb ik er nu 100, maar vooral langs de schroeffitting. Evenzo maakt het uiteindelijk niet uit, want de douche is heerlijk.

In de tijd dat Herbert bezig is ruim ik de auto op en doe ik alle restpunten nalopen, de sleutelbossen compleet maken en de verkregen extra info voor thuis goed opslaan. De jas die ik over heb raak ik niet kwijt in de bakken bovenin, dus dan maar weer stapelen. Het is regenachtig weer en ik besluit de verslagen van de laatste dagen in de auto uit te werken. Zo gaan er uren voorbij en zorg ik ervoor dat ik voor de grens met Bulgarije klaar ben met de computer. De paspoorten liggen inmiddels alweer klaar en we wachten af tot we er zijn.

Bij de grenspost rijden we langs de beambte en die vraagt ons waar we heen gaan en begint spontaan te lachen nadat hij ons goed heeft geobserveerd en wederom vroeg waar we heen gingen. Na deze post is het een duty free zone, kortom in mijn beleving is dit niemandsland waar een man met grote blauwe zonnebril vraagt om 4 euro tol. Belachelijk, maar het zal wel.

Het derde postje zit een man die om het kentekenbewijs en de paspoorten vraagt. Hij neemt alles in en bestudeerd alles in het ver weg zittende kleine hokje. Iets verder worden we bestudeerd door een tweede beambte, maar deze zien we niet goed door de lamellen van de luxaflex.

De man vraagt wederom waar we heen willen en vertel hem dat de weg naar Australië leidt en hij begint hartelijk te lachen en wenst ons succes met de reis. Aan de Bulgaarse grenspost zit een vrouw die spontaan alle papieren kort nakijkt en ons ook veel succes wenst. We zijn in Bulgarije, weer een land erbij.

De wegen zijn hier bijzonder gevuld met gaten en alles wat ik uit de vakantie van 1998 kan herinneren komt weer naar boven. Een bijzonder land, dat mag duidelijk zijn. We rijden over grote vlaktes en het landschap is bergachtig / heuvelachtig maar wordt zo mogelijk nuttig gebruikt. De huizen zijn half afgebouwd en gecentreerd in dorpen. Tussendoor staan weinig huizen. In tegenstelling tot Servië Montenegro lijkt het hier beter. Alle wegen naar Sofia zijn minimaal 2-baans en voorzien van grote gaten. Langs de snelweg staan mensen te wachten op de bus en vind je tractoren en mensen terug die op weg zijn naar de grote stad.

In een keer rijdt Herbert door een bergkloof met tunnels door de bergen. Als je een tunnel inrijdt zit je in een keer met je hoofd tegen het dak. Ik heb het opgenomen met de camera en ben benieuwd hoe het er thuis uit zal zien.

Voordat we het weten rijden we Sofia binnen en wordt het drukker en staan we stil in de binnenstad. Een keer naar links en een keer naar rechts en een keer verkeerd rijden en we staan vlakbij het Syndicat. Het Syndicat is een groot gebouw met hierin alle vakbonden van Bulgarije en makkelijk terug te vinden in de stad.

Naast de pianobar komen we allerlei voertuigen tegen met stickers op de voorruit. Ik denk dat het parkeerstickers zijn. We vragen het na en komen tot de conclusie dat er toch minder regels zijn in Bulgarije. We kunnen gewoon parkeren en hier overnachten. We wagen het erop in hartje centrum. Na een stuk te hebben gelopen langs de grote boulevards eten we wat bij een groot restaurant bij een grote doorgaande weg in hartje centrum. Het eten “met Smog” smaakt lekker en we horen allemaal schreeuwende engelsen om ons heen en raken we in gesprek met enkele. Iedereen die we spreken verklaren ons voor gek dat we deze rit maken. De engelsen zijn hier omdat er enkele belangrijke voetbalwedstrijden zijn. Een wedstrijd van morgen zou naar Plovdiv zijn verplaatst, aangezien er daar betere velden zijn. De Engelsen gaan verder met schreeuwen en zingen van clubliederen. We zijn kort daarnaar uitgegeten en maken aanstalten om naar Murphies te gaan om het deze avond uit te zingen. Misschien hadden we het beter niet kunnen doen, maar goed dat lees je later wel.

De avond gaat leuk, we drinken een pilsje, kijken naar chelsea tegen arsenal en eindigt in een discussie over voetbal. Herbert eindigt ermee dat hij aankomende 1,5 jaar niet meer over voetbal zal praten. Bij thuiskomst staan er drie jonge mensen om onze auto heen, waarvan er een lange jongen met een schijnwerper in de auto kijkt. We denken niet na en lopen er direct heen en we krijgen alleen maar verontschuldigingen naar ons toe dat ze ons niet bestelen. Het zijn de 3 muzikanten uit de pianobar waar we naast staan. Snel blijkt dat er gelukkig geen gevaar was. De lange bulgaar is helemaal idolaat van landrovers en praat er ronduit over.

We besluiten met ze mee te gaan naar de bar waar ze spelen en bestellen een pilsje. Het trio speelt leuke muziek op de akoestische manier. We zitten helemaal vooraan en het lijkt wel of ze ons bewonderen en spelen hun beste muziek en het straalt eraf dat ze hun eigen muziek maken. Aan het einde van de avond gaan we nog met ze op de foto en hebben een heel gesprek over hun leven en het vechten voor een plaats in de Bulgaarse maatschappij. De laatste Lewa’s waren op, de muziekanten gingen naar huis en wij gingen slapen.