2005-09-25: Oostenrijk: Bijkomen bij Heinz und Hermi in Eisenkappel

Eenmaal op bed beland in Eisenkappel in de hotelkamer van berghof Brunner probeert Herbert nog even de internetverbinding uit. Op niet alle punten is blijkbaar een wireless lan verbinding beschikbaar. Ik (sander) probeer het nogmaals en op mijn deel van de hotelkamer werkt het prima. Ik spreek nog even met Hans Steenbruggen op de MSN en controleer de e-mail. Wederom een leuk bericht ontvangen en ik beantwoord deze en overhandig de laptop snel aan Herbert die nog on-line op zoek gaat naar de aanwezigheid van Margreet, zijn vriendin. Ik val al snel in slaap en droom heftig over mogelijke dingen die thuis kunnen gebeuren op dit moment. Iets wat overdreven en niet realistisch gelukkig, maar ik merk aan alles dat ik Deventer en omstreken niet zomaar los kan laten. De afgelopen nachten is het ook maar weer eens gebleken dat ik roepend in mijn slaap riep dat ik wel weer terug kom naar Nederland, aldus Herr. Herbert. Ik zelf ben me er niet van bewust en maar eens te meer blijken er van allerlei zaken naar boven te komen (die je normaal niet kent en weet) als je gaat “samen wonen”.

De volgende ochtend wordt ik rond 9 uur wakker en besluit het ontbijt op te gaan halen in het welbekende honk van oudsher. Hier tref ik Hermi aan, die al hard werkend iedereen aan het bedienen is. Ik kan de kopjes niet vinden besluit aan de eerste de beste tafel te gaan zitten die ik zie en krijg een verontwaardigde blik van de gastvrouw. Ze had natuurlijk de tafel allang gedekt en ik had dit niet gezien. Vandaar dat Suzie, de vriendin en collega van Martina, mij ook al raar aankeek toen ik om kopjes vroeg. Deze stonden al lang en breed op tafel. Al schipperend loop ik naar mijn stek en neem een stevig ontbijt. Rond 10 uur schuift Herbert aan en maken we na het eten ons op voor een dagje werken. Ik duik achter de pc en werk alle verslagen en foto overzichten uit en stuur alles door naar Mark de webmaster.

Rond half zeven in de avond word ik door Suzie en Herbert van de PC afgetrokken om aan het avondeten te beginnen. Herbert heeft de auto helemaal nagelopen. Alle olie is gecontroleerd, de handrem is beter afgesteld, bevestigingen en alle schroefverbindingen zijn gecontroleerd en van de 2 overgebleven dynamo’s heeft Herbert een goeie reserve gemaakt. Het blijkt dat de auto meer olie (circa 2,5 liter) verbruikt als verwacht. Dan moeten we toch maar vaker de olie controleren. De Gross Glockner heeft toch zijn sporen nagelaten.

Het eten bestaat uit een 4 gangen menu, welke er zeer goed ingaat. We worden behandeld als een god in Frankrijk en zelfs de was wordt voor ons gedaan. Na het eten kruipen we aan de bar waar ook een Oostenrijks stel zit die er voor het derde jaar komt. De vrouw is reeds gepensioneerd en de man is 007 – spion Frits. Na een leuk gesprek komt Hermi ook aan de bar zitten en oude koeien worden boven water getoverd. Martina is blijkbaar nog steeds vrijgezel en het leven is hard zonder Christoph wordt me maar weer eens goed duidelijk. Tot 2 keer toe wordt Hermi gebeld dat ze naar huis moet komen. Uiteindelijk gaat ze rond de klok van 10 naar huis, nadat we gezamenlijk een heerlijke schnaps hebben gehad. Deze schnaps was door de Oostenrijkse gasten gekocht bij een boer tussen Graz en Wenen. Er zijn maar 2 flessen van gebotteld en wij dronken er een van leeg, nadat Martina er blijkbaar al de andere helft van had gedronken.

We besluiten om er de volgende ochtend vroeg uit te gaan om nog een wandeling te maken naar boven naar het dikke boertje. Deze zien we weliswaar niet, maar het is een mooie wandeling. Veel herkenningspunten en ik maak een mooi foto overzicht voor thuis. Na de wandeling wordt er een stevig ontbijt genomen en nemen we een zakje met brood mee voor de middag. Eenmaal de auto ingepakt moeten we nog de rekening betalen. Ik hoopte voor een vriendenprijsje (of met een grote korting) in het hotel te kunnen blijven. Helaas is de werkelijkheid toch heel anders. We betalen de rekening van 267 euro voor de laatste 2 dagen en krijgen de internetverbinding van 5 euro voor nop. Helaas, maar het zei zo. Waarschijnlijk zijn deze 2 dagen een relatief te duur verblijf geweest. Het heeft weliswaar wel mijn database met oude herinneringen weer opgeschoond. Het was immers 15 haar geleden dat ik hier voor het laatst was. Tijdens het betalen geeft Heinz aan dat hij al een tijdje aan hij erg depressief was en dat Hotel Obir verkocht gaat worden.

Ik had vooraf al besloten dat ik Hermi en Heinz al een zakje stroopwafels zou geven (Esther bedankt) als kleinigheid. Spontaan kregen we een fles Vodka mee voor onderweg. Elke avond een schnaps was het beste volgens Heinz. We nemen afscheid van het stel en ik laat een notitie achter voor Martina.

Nadat de auto gestart is roep Heinz ons schreeuwend en al zwaaiend achter na dat we er altijd aan moeten denken dat er bezorgde ouders thuis zitten. Ja en als iemand dat kan weten dan is hij het zeker.

Beneden in het dorp rijden we richting Slovenië via de bergweg, waar ik vroeger ooit nog eens tegen een blokkade aanreed tijdens de start van de oorlog in Joegoslavië. We nemen nog een foto van de Berghof vanuit het dorp en rijden langs Hotel Obir. Hotel Obir ziet er uit als een dicht hotel, waar niet veel gebeurt. Ik vermoed dat dit hotel gesloten is nadat Christoph is overleden. Het was immers het hotel wat hij over zou gaan nemen van zijn vader.

Het is bijzonder om te zien wat voor impact het verlies van hun zoon had op het gezin en de verslagenheid die erbij komt kijken. Ik ben benieuwd wat Martina zal reageren als ze weet dat we zijn geweest en of ze nog mailt. Het was in ieder geval weer goed om hier eens te kijken. Nu gaan we verder met de wereld die voor ons ligt. Vanaf nu kennen we beiden de weg niet meer en zal er nog veel op ons pad komen. Ik ben nog niet buiten europa geweest en de wereld ligt aan onze voeten. Met de 5 euro van Sjerk Kamstra in de portemonnee gaan we de wereld rond. Laat het nu maar beginnen dan…….!

Boven op de berg komen we bij de Sloveense grens en de beide heren kijken nors naar binnen en controleren onze paspoorten. Waar gaat de reis heen en we melden ze dat we naar Australië gaan. Ze kijken elkaar aan en zeggen schuddenhoofdend dat we met de walmende landrover door moeten rijden.

De eerste veranderingen zijn direct merkbaar. In Slovenie gooien ze het gras op rekken i.p.v dat ze het op het land laten liggen. De kleine slingerwegen worden met forse snelheid bedwongen door Herbert. In een keer rijden we de alpen uit en zien alleen maar vlakte. De alpen zijn bedwongen en een vreemd gevoel komt over me heen. Vanaf nu gaan we beginnen. Er zijn nog wat heuvels om ons heen, maar het is voornamelijk weer Nederlands vlak hier.

Eenmaal op de snelweg realiseren we ons dat we op supersnelwegen rijden. Alles is hier nieuw gebouwd, waarschijnlijk met geld van de Europese gemeenschap en voornamelijk om werkgelegenheid te creëren. Er zijn allemaal nieuwe tankstations en de prijzen zijn westers. We rijden via Lublijana in de richting van Zagreb. Het valt ons op hoeveel roofvogels er alweer zijn. Super om deze hoog zwevende vogels te zien.

Bij de grens met Kroatië moeten we eerst door de Sloveense en daarna door de Kroatische grenspost. De mannen kijken ons doortastend aan en wij kijken glimlachend terug. De vraag is of we wat aan te geven hebben en wij reageren natuurlijk ontkennend. De man wijst naar de koelkast en we melden dat dit “fur camping” is. De man kijkt verbaasd en vraagt ons waar we heen gaan en lacht verontwaardigd als hij hoort dat de bestemming Australië is. Direct daarna begint een collega op de ramen te kloppen dat we door moeten rijden , want hij wordt gek van de Diesel. Toch makkelijk dat roken van onze landrover.

Rond 5 uur zijn we bij Kutina in Kroatië en gaan we van de snelweg af om boodschappen te doen. Ik ga vanavond Cevapcici maken en we zoeken en stekkie om te kunnen overnachten. Eenmaal in binnenlanden komen we een riviertje tegen die we volgen. We komen door allerlei kleine lange dorpjes en weten niet goed waar we heen moeten rijden. Uiteindelijk zien we water en een boerin, welke Herbert vraagt of we kunnen blijven. Natuurlijk verstaat deze oude vrouw ons niet en we mogen de auto parkeren naast de oude molen. Hier lopen we spontaan tegen een struisvogel aan die van de vrouw is. We zijn al in Australië. We hoeven niet meer verder is onze reactie.

We besluiten te gaan vissen en zien twee blauwe ijsvogels vliegen. Deze helblauwe beestjes hadden we hier zeker niet verwacht. Even goed zijn er ook andere beesten en in no-time ben ik door zeker 5 muggen gebeten.

We vangen niets en na ongeveer 15 minuten lopen we terug. De hulp van de oude vrouw loopt hier rond en in slecht engels maken we nogmaals duidelijk wat we willen, namelijk overnachten. Als snel wordt duidelijk dat de oude vrouw alleen woont samen met haar horde dieren, maar dat we wel mogen blijven. Eerst moeten we koffie komen drinken en we belanden aan tafel bij de vrouw en haar hulp, waarbij als snel de man van de hulp aankomt en aan tafel bijschuift. In gebroken engels en Duits kunnen we ze duidelijk maken wat onze plannen zijn en wie we zijn. Na de vragenronde proberen we de vertaalcomputer uit en komt de schnaps op tafel, waarvan we er maar 6 krijgen. We rijden in ieder geval niet verder das duidelijk. De schnaps door de vrouw zelf gemaakt van slibo (of iets dergelijks) en heeft 2 jaar gestaan totdat het de naam Slibovic mag hebben. De man van de hulp vindt het erg lekker en ook de camel sigaretten van Herbert, waar hij niet af kan blijven. We krijgen een rondleiding langs het varken, het schaap, “Noi” de struisvogel, de ganzen en alle andere dieren. De vrouw probeert te vertellen over haar kinderen en de kleinkinderen en de hulp vertaalt het voor ons. Daarnaast kan de vrouw zelf ook nog een beetje Duits. Op een gegeven moment stapt de vrouw van tafel en begint het varken te krijsen als een gek. We maken er maar een foto van. Sander en het varken, een samenhangend geheel, al zeg ik het zelf.

Rond 8 uur verlaten we het gezelschap en maken we ons op (onder invloed) voor het avondmaal, welke zeer goed smaakt. Af en toe komt er een boertje op een trekker langs die nors kijkend ons controleert. Na een lange avond naast Noi en filosoferend met de schoenen flink in de modder te hebben gezeten te hebben gaan we naar bed en hopen we rond negenen weer op te staan. Of dat gaat lukken na de schnaps ?