Reisweek 38: Week 21: Van Bangalore naar Ooty

Overview

De eerste dagen heb gesleten in Bangalore waar ik helemaal op mijn plek was in de moderne stad. Ik had al geen neonlichten meer gezien sinds maanden en daarnaast waren er een paar plekken waar ik me bijzonder op mijn gemak voelde. Ik ben hier drie nachten gebleven. Een paar dagen later werd ik ziek en met name in de bergen heb ik gezien hoe fijn het is als je in een te kleine bus zit in India en je moet er uit om van de maagkrampen af te komen.

Na een beetje bij te zijn gekomen en te hebben gemerkt dat er tijd genoeg is, ben ik naar het zuiden gereden om me op te maken voor de finale van India en waar ik al naar uitkeek sinds weken. Mudarai heb echter wel na een volle dag rijden overgeslagen. Ik kwam hier laat binnen met zonsondergang en wederom heb ik na een paar uur rijden het centrum maar over geslagen. Ik was toe aan de echte finale. De intrede van de monsoon op de datum van 1 juni komt naderbij en ik wil hem meemaken.

Route

Ik had voldoende tijd om alle plekken te zien die ik vooraf gepland had. Een extraatje was Mysore, bergstation Ooty en misschien een natuurpark meepakken. De weg vanaf Pune was vlot gegaan en de globale planning lijkt goed uit te werken, zodat ik gewoon de bergen ben ingereden. Via de Brindavan Botanische tuinen en een extra dag ziekte in Mysore, heb ik Ooty kunnen bereiken, waar de eerste regen al binnen kwam van het seizoen.

Het zuiden van India en met name de staat Tamil Nadu, waar de Tamil Tigers van oorsprong uit komen is erg fraai om te zien. Er zijn vele heuvels cq bergen die compleet groen zijn met een combinatie van de meest uiteenlopende planten en bomen. Als je dan weer wat lager komt gaat het weer over in uitgestrekte velden van palmbomen en bananenbomen. In de bergen is het 15 graden en iets lager weer 35 graden.

Bezienswaardigheden

In Bangalore had ik de zondagavond een botsing met een vrouw, waarna ik mijn hotel voor de drie nachten had gevonden. De volgende dag wou ik graag de Landrover laten staan, maar ze wouden de landrover graag verplaatst hebben zodat de klanten de auto konden keren overdag. Hierop heb ik de landrover voor het hotel geplaatst en moest ik 75 roepie betalen voor de parkeerkosten. Ik had een fantastische stek in het midden van Bangalore voor weinig, dus ik had niets te klagen.

Op het moment dat ik uit bed kom, liggen er diverse personeelsleden van het hotel op de grond op een klein matrasje en met een zelf gefabriceerd muskietennetje. Dit is een normaal beeld. Ik slaap altijd op minder ingerichte plekken en dan liggen er altijd mensen om je heen. Aan de ene kant kijk je daar raar na in het begin en moet je er aan wennen, maar anderzijds geeft het direct een band met de locals. Omdat je min of meer gelijkwaardig woont en leeft, help je elkaar eerder. Ik kan me onder de tuinslang douchen en al snel weet iedereen mijn naam. Ik begin er maar niet aan om hen namen te onthouden. Als ze al niet te moeilijk zijn, zijn het er teveel.

Na het ontbijt trek ik er op uit met de rugzak en maak een grote ronde van 10 tot 15 km door de stad. Via cricket spelende jeugd, militaire terreinen, kerken en stadions loop ik door de zon om indrukken op te doen. In de stadsbibliotheek vind ik allemaal lezende Indiërs, die allemaal hun krantje openslaan en soms slaapt er iemand in de stoel tussendoor. Indrukwekkend zijn de hoge bouwwerken in de stad. Bangalore zit in de lift en dat merk je overal aan.

Het lekkere van lopen met een klein rugzakje en een kleine planning is dat je de meest uiteenlopende indrukken opdoet, maar vooral nieuwe ideeën maakt, doordat je zo flexibel bent en overal op in kan stappen. Ik kom dan ook niet thuis voor donker en zie mijn tent pas weer om een uur of 8 als ik de Landrover weer terug moet zetten in de donkere steeg naast het hotel. Ik moet voorzichtig rijden anders rij ik de gevel eraf, maar het gaat prima. Zelfs na kilometers stadstampwerk.

In een van de stadions werd een atletiek wedstrijd gehouden. Het valt op veel gezichten er altijd bij de bijbehorende spandoeken staan vermeld. Het is altijd een verdienste van een persoon, die een eervolle vermelding krijgt. Voor mij is het wat overtrokken, maar goed. In het park wordt niet veel onderhoud gepleegd, maar er zijn veel mensen die in het hoge gras een dutje doen in de pauze van hun werk. Mooier is de bibliotheek, het “high court” en een regeringsgebouw tussen de palmbomen.

Het aquarium zat dicht, maar het techniek museum maakt veel goed. Van de eerste vliegtuigen tot dinosaurussen tot Indiase NASA activiteiten was wat terug te vinden in het museum. Er waren verschillende elektrische wetenswaardigheden te zien en het was weer even verfrissend om een keer doorheen te lopen. Allerlei testobjecten waren er, waar de jeugd de magnetische velden konden testen of konden aantonen hoe geluid wordt voortgeplant. In een van de kasten stond een watermolen om aan te tonen hoe de Nederlanders vroeger hun water verwerkten in de polders. Op het moment dat ik de hitte weer inloop, heb ik het flink gehad en doe ik het gebouw van Singapore Airlines nog even aan om wat bedragen te horen van vluchten naar Singapore en Australië. Bij het Indian Coffee House heb ik de lekkerste koffie sinds tijden weer. Aangevuld met wat lokale lekkernijen zoals de “dosa” werd de maag weer goed gevuld.

Alle hoofdstraten heten Mahatma Ghandi Road (MG Road) en in Bangalore is dat de hoofdstraat om te zijn. Allerlei Neon lichten en flitsende reclame aanduidingen. Hier vind ik een Baristo tent, waar alle jeugd onder lekkere rockmuziek de Indiase wannabees willen zijn. De koffie is prijzig, maar is lekker en mijn ogen zien weer normale westerse kleding op de straten. Spijkerbroeken, coole gasten en zonnebrillen om het allemaal wat beter aan te kleden. Het klinkt altijd maar weer wat vreemd misschien, maar ook is het soms gewoon fijn om westerse lijkende vrouwen te zien. Zeker als je alleen maar tussen die ongeïnteresseerde Indiërs zit en als je bijna niet met de vrouwen in contact komt, ook al probeer ik het ook niet echt.

Gedurende een paar uur sip ik aan mijn koffie en wacht op zonsondergang zodat ik naar de 13 floor kan gaan. Een restaurant en bar met een uitzicht over heel Bangalore op de bovenste verdieping. Het kost me een half uur op de MG Road om te kunnen constateren dat de 13 th floor in het gebouw zit waar ik al een paar uur voor zat. Lekker goed gekeken, zeg maar. Het uitzicht is grandioos en ondanks dat de bar nog niet los is, mag ik hier kijken. In het stadion gaat de verlichting aan en beginnen de atletiek wedstrijden. De zon kleurt fraai weg over de stad en de hoge torens geven een echt stads karakter. Het schijnt dat die gebouwen allemaal van de laatste 5 jaar zijn.

Ik kom te laat aan bij de Purple Haze, een bar met echte ouderwetse rock muziek. Heerlijk, maar ik moet het doen met de laatste ronde, alvorens ze me in de nek komen hijgen dat ik op moet schieten en op moet zouten. Morgen dan maar weer proberen.

De avond erna ga ik nog eten met een Amerikaan, die het in de rug heeft. Gedurende 2 a 3 uur lopen we op zoek naar 1 bepaald restaurant door de straten van Bangalore. Op het moment dat we het gevonden hebben blijkt deze dicht te zijn en ben ik bang dat ik het niet meer ga maken naar de Purple Haze. We eten bij een ander restaurant en daarna vertrekt hij vroeg, want moet vannacht met het vliegtuig naar Londen. De Amerikaanse filmmaker en vrijwilliger was erg geïnteresseerd in mijn Islam verhalen en hij dacht erover na om er misschien een keer doorheen te reizen.

De dag erna was perfect. Lopende door de Botanische tuinen op zoek naar rust in de warmte, zie ik dan eindelijk mijn eerste slang. Voetballende families en gillende kinderen kom je tegen, maar uiteindelijk trekt een klein mannetje me aan de broekspijp en zegt: “Snake , Snake”. En inderdaad achter een hek zie ik in het water een kleine slang door het water glijden met een visje in zijn bek om iets verderop het geheel op te peuzelen. Ik kon er niet echt dichtbij komen om een goede foto van te maken helaas.

Onderweg zie ik ook wat autoslopers. Ik ga op de bonnefooi naar binnen en vraag of ik een toeter geregeld kan krijgen, maar de genoemde prijzen voor een 2e hands is me teveel en ik loop weer door. Ik zal die toeter vinden uiteindelijk. Ze trekken op deze plaatsen de complete vrachtwagens en bussen uit elkaar. Met grote mokers en slijptollen.

Verder is er een kleurrijke groentemarkt en een moskee waar ik niet naar binnen mag. Ik slijt de dagen met het eten van vers fruit op straat en ga naar internet om met mijn blonde toekomst te spreken en dat zijn eigenlijk de echte ware hoogtepunten. Er gaat niets boven het delen van je ervaringen. Een half uur spreken met je vriendin zegt me meer als 10 dagen reizen door een land met allerlei nieuwe impressies. De zwaarste tijd komt nog, maar we zijn er bijna gelukkig. Dan kunnen we samen nieuwe impressies opdoen en genieten van elkaar zoals het eigenlijk hoort. Een utopie lijkende droom die toch haalbaar is en langzamer dichterbij komt.

Ik kan me een opmerking herinneren in de media van Prince of Lenny Kravitz. Ik ben kwijt hoe en wat precies, maar in een interview zei deze dat hij alles aan de kant zette voor de liefde van een specifieke vrouw, ongeacht wat. Ik deel zijn mening, maar ben nu wel weg voor ruim een jaar. Te eigenwijs om toe te geven dat ik het liefste op een bank in Nederland zit nu, maar ook wetende dat de droom nu af moet. Het ironische, maar ook het belangrijkste is dat er elke dag weer thuis iemand zit te balen van elke minuut dat ik weg ben, maar dat ik niet thuis mag komen voordat ik klaar ben. En dat is waarom het werkt en straks in September de grootste beloning gaat worden als deze vrouw Nance ook me nog komt opzoeken in Australië. Nance en ik op 1 paradijs, 1 strand. Zonder invloeden en alleen wij huppelend in het paradijs.

De botanische tuinen in Brindavan garden ligt op 2 uur rijden van Bangalore. Dit zijn ornamentele tuinen met verlichte waterfonteinen. Ik ben hier al om een uur of 2 en verveel me eigenlijk de hele dag terwijl ik liggen te zonnen in het gras of als ik door de parken stiefel. Na twee rondjes en een lunch begint langzaam de zon onder te gaan en zit op een bankje te wachten. Ik realiseer me dat dit een van de laatste zonsondergangen zal zijn voordat de monsoon binnenvalt en dat kan elk moment. Aan de andere zijde wordt het zelfs al wat donkerder en ik geniet elk moment. Alle kleuren komen voor en langzaam zakt de zon weg, ook al kan ik deze niet helemaal zien zoals het meest perfect zou zijn.

Zo rustig als het was overdag, zo druk was t in de avond. Duizenden mensen liepen rond met hun families. Ik was vroeg gekomen en kreeg het aan de stok met de parkeerwachten. Ze vonden dat ik mijn auto recht moest parkeren en draaide later even aan de oren van een taxichauffeur om aan te tonen dat hij zijn klep even moest houden. Later waren het de straatjochies die op afstand insinueerden dat ze boven op de auto klommen en ik heb het maar laten gaan en er niet op gereageerd. Ze wouden me ook 40 roepie betalen als parkeergeld. Ik kreeg het voor de helft, maar moest eerst pertinent weigeren dat ik het niet zou betalen. Heb met het Nederlandstalige kentekenbewijs laten zien dat het een personenwagen was en niet een bus of een minibus. Stelletje oplichters. Echt zo’n situatie waar je later op terugkijkt en hard begint te lachen.

Ik heb gevraagd of het veilig was te slapen op de parkeerplaats en daar werd positief op gereageerd door de politieagenten, maar op het moment dat de nacht valt en de lichten langzaam uitgaan op de grote parkeerplaats en ik alleen achter blijf voel ik me niet veilig. Iedereen heeft me gezien en men weet dat ik hier ben en 5 km buiten de stad zonder bescherming of sociale controle is dat net iets teveel van het goeie. Ik loop naar de politiepost en twee agenten zitten daar en stelde vraag nog een keer. Het is absoluut onveilig en ik kan maar beter naar het politiekantoor rijden. Zij zitten hier ook maar een deel van de avond. Het is meer dat ik alcohol ruik bij de agent en hij blijkbaar het rijk alleen wil hebben. Daarnaast wil ik mijn geluk niet op de proef stellen. Ik rij naar het politiekantoor verderop en spreek de hoofdagent aan en natuurlijk mag ik niet op het terrein slapen, maar krijg na wat doorzetten een plek naast het bureau. Genoeg voor vannacht en ik moet toch weer snel door de dag erna.

Het is in Mysore het paleis die echt de moeite waard was om te bekijken. Nadat ik weer hersteld was van een spontane maag leegloop, heb ik een gang rond het grote paleis gemaakt en vooral het interieur is schitterend. Prachtige schilderingen en gecombineerd met glas in lood, luxe kamers en bijzondere objecten waan je je even in een andere wereld. Buiten liepen de olifanten rond en was het mogelijk om een kameel te besturen, maar dat had ik al achter de rug.

De groentemarkt is leuker. Straten vol groenten en kleurrijke stoffen. Met de kleuren wordt geschilderd en is het ook mogelijk om de huid van een kleurrijk laagje te voorzien. Bijvoorbeeld gebruiken de tempels het voor de stippen op de hoofden van de mensen die naar de tempel zijn geweest. Daarnaast hebben ze setjes van allerlei kleuren. Ik had bijna een mooie set gekocht voor speciale evenementen, maar heb het geld toch maar besteed aan wat specifieke olie voor specifieke persoonlijke momenten. Ik kreeg een complete hoofdmassage tijdens de uitleg over de werkingen en de manier waarop de oliën worden toegepast. Alles wordt gemaakt van bloemen die worden uitgeperst. Daarnaast is Mysore de stad van sandalwood olie. Dat schijnt iets specifiek te zijn, maar vond het te duur om er wat van mee te nemen op dit moment. Ik moet nog naar Australië……..

De hele markt zijn bloemen te vinden en overal worden deze verwerkt in een ketting. De vrouwen dragen dit in hun haar en de oorspronkelijk bedoeling is dat de mannen door de lekkere geur achter de vrouwen aan lopen. De jagers moeten het verse bloempje achterna jagen en ook hier zie je hoe simpel het leven eigenlijk is. De natuur verteld je alles. De hele markt is ook voorzien van bananen en de verkopers ervan. Grote bananen, kleine bananen, zoete bananen en rode bananen, allerlei soorten bananen van groen tot diepgeel. Een schitterend klein marktje met superveel kleuren. Het speelveld van een fotograaf. Amateur of professioneel maakt niet uit.

Ooty ligt in de bergen. Via een steile weg naar boven die me circa 2000 meter hoger bracht kon ik de landrover weer een beetje testen. Hard rokend en met een gangetje van 15 a 20 km/h ging ik stotterend naar boven. Met de naweeën van de zieke dagen in Mysore in het lichaam. In Ooty had ik alleen maar regen eigenlijk, maar vond wel snel een hotel waar ik de auto mocht parkeren voor 100 Roepie per dag, inclusief het gebruik van wc en badkamer.

Na een dagje bijtanken en een klein maal heb ik me ingeschreven voor een tour de volgende dag met de bus. In een tour van een hele dag zie je dan alle dingen in en rond Ooty. Dit is het meer in de bergen, een bloementuin van zijde, waar honderden bloemen staan van puur superdun zijdedraad en je echte Bonsai bomen kan zien. Daarna zijn er wat berggebieden te zien met theeplantages en uitzichten op mooie gebieden. Helaas was het te mistig om ze te zien. De regen zat ons flink tegen deze dag.

Ik had me in de ochtend in de bus gebonjourd. Ik had al drie keer gevraagd waar ik moest betalen, maar de hoteleigenaar zei dat ik het met de buschauffeur moest regelen en die zei dat ik het met het hotel moest regelen. Er zaten 8 mensen in de bus waar 15 plaatsen waren en ik ben stug blijven zitten. Ik merkte dat ze weg zouden rijden zodra ik eruit zou stappen en nam de gok. Na een half uur extra wachttijd besloten ze dat ze mee zouden nemen en mocht ik uiteindelijk naast een kleine jongen vooraf zitten in een te krappe ruimte. Was ik uitgestapt, dan had ik nu nog niets gezien, want er was echt geen andere bus gekomen voor 1 stomme toerist.

De dag werd afgesloten in een rozentuin waar honderden verschillende rozen stonden. Het was prachtig, maar ik bleef vooral stilstaan bij de roos genaamd “elegant beauty” die de schoonheid van Nance het meest benadert. Deze roos is dan ook voor haar. Helaas viel de regen langzaam binnen en moest ik snel de bus weer in om me niet compleet te laten verregenen. Het lijkt erop dat de regen me elke keer komt overdonderen als ik het meeste aan thuis an Nancy denk. De dag dat we elkaar voor het laatste elkaar fysiek zagen, namen we afscheid in een stromende regen, zoals in een film.

Ik voelde me erg goed en had goed geslapen de dag ervoor. De ochtend had ik bananen, biscuits en water en in de middag heb ik een Thali genomen ergens onderweg. En dat had ik beter niet kunnen doen. Binnen een half uur had ik de ergste maagkrampen en ik was duidelijk niet over de maag leegloop van Brindavan gardens heen en stopte te vroeg weer mijn maag vol met specerijen. Ik heb meerdere malen hard gelopen naar de toiletten onderweg en ook enkele bergetappes zijn nu voorzien van een territoriaal stukje stront. Misschien moet ik het strontsappen noemen om de “lading” meer te dekken. Ik was blij toen ik weer thuis was en ik ben er vroeg ingedoken om mijn maag wat rust te geven.

De dag na Ooty reed ik langzaam de staat Tamil Nadu in. In een van de dorpjes onderweg neem ik een kokosnoot tot me. Ik krijg deze van een atletische man compleet onder de beschilderingen. Met een groot hakmes geeft hij me een kapot gehakte kokosnoot met een rietje. Vlak voordat de avond valt zie ik ergens een weiland in vuur en vlam. Door de donkere omgeving maakt het een mooi plaatje en neem er even de tijd voor. Het waait al behoorlijk en de kust komt in de buurt. Ik ben bijna in het zuiden en moet nog even door. Het is alsof je bijna gereed bent met het project en een vrij gevoel komt langzaam over je heen. Nog niet helemaal, maar je weet dat je gaat slagen in het halen van je goals. Eindelijk weer de oceaan om de hoek.

Ontmoetingen en overnachtingen

In Bangalore zit ik de laatste avond voor een duur pilsje te staren naar de donkere avond boven Bangalore. Er is een serene rust over de stad, terwijl je weet dat er een megadrukte is ter plekke. Naast me komen een jongen en een dame zitten en we hebben een bijzonder leuk gesprek. Het zijn jonge geleerde mensen die net klaar zijn en in een eerste baan stappen en duidelijk erg verschillende van de gemiddelde Indiër die ik tot nu toe ben tegen gekomen. Tegenover ons staat een gebouw van een krant en daar moet ik maar even naar binnen stappen volgens beiden. Mijn verhaal wordt direct gepubliceerd in ene lokale krant volgens hen, maar die tijd is geweest. Het project is over voor zover die er nog was en ik ga nu genieten van een paar weken rust, vakantie en ik hoop wat zon.

Na het afscheid met beiden op de hoogste verdieping in Bangalore ben ik nog even naar Purple Haze geweest om een fatsoenlijk pilsje te pakken. Ik vond een mooi leeg plekje aan de bar en vermaakte me met het luisteren naar muziek. Naast me zaten 10 chinezen elkaar verbaasd aan te kijken over de uitwerking van hun pilsjes op hun lichaam en voor me was er een vrienden club, die elkaar als overtrokken mafkezen aan het omhelzen waren. Blijkbaar was een van hen iets overkomen en zijn te dikke Indiase vrienden omhelsden hem, waardoor hij nog harder begon te janken op het nummer November rain. Voor mij was het verkrachting van het beeld wat ik had bij dit nummer. Dat zal nu voor altijd beïnvloed zijn door die supersonische softies uit Bangalore, maar het moge duidelijk zijn dat ik me er verder prima lachend vermaakte met al die mafkezen om me heen. Goede muziek doet wonderen.

Tijdens de busrit in Mysore raakte ik in gesprek met een familie. Voornamelijk zat de jongste zoon van de familie naast me en ook de vader kwam een keer een praatje maken. Achter mij zat een pasgetrouwd stel, die duidelijk schik van elkaar hadden en verder was de bus gevuld met wederom veels te dikke Indiërs. Ik denk zelfs dat de bus te scheef hing op sommige momenten. De vader die naast me zat, was erg geïnteresseerd in waar ik vandaan kwam en stak zijn kop boven het maaiveld uit. Verder viel zijn zoon aan het einde van de dag tegen me aan in slaap. Ik stak mijn arm maar voor hem langs om te voorkomen dat hij niet met zijn hoofd tegen het raam aan stuiterde bij een gat in de weg, maar dat is waarschijnlijk niet nodig. Maar ja dat is typisch weer iets van Sander Steenbruggen denk ik.

Bijzondere momenten

Het feit dat ik ziek wordt in Mysore is niet zo schokkend, maar ik moest wat keuzes maken die ik liever niet wou en uiteindelijk werkte het goed uit natuurlijk. Allereerst door het eten op straat in Brindavan, werd ik de ochtend erna naast het politiebureau wakker met gigantische slecht gevoel. Je staat op en je weet dat het goed mis is, maar weet niet wat er gaat gebeuren. Ik stap uit de tent en weet dat ik snel een toilet moet vinden. De locals wijzen allemaal naar de bult naast het politiebureau en ik heb geen keuze meer en ren naar de bult. Op 20 meter afstand naast de hoofdagent kijk ik in de richting van de mannen om me neer te knielen en bingo. Letterlijk schijtend naast het politiebureau vliegt het lichaamsvocht over de bult heen. Dit is niet goed en betekend zwaar weer. De tijdelijk opluchting na de lediging is fijn, maar ik ben snel naar Mysore gereden op zoek naar een hotel in de hoop dat dit het was. Waarschijnlijk verbouwereerde agenten achterlatende.

Onderweg voel ik me steeds zieker en zwakker worden, maar het was te verhapstukken. Ik weet dat ik een boek mee moet pakken en ergens in een park bij moet gaan komen met een directe vluchtweg naar een grote boom. Ik rijd 10 hotels af en wordt nergens getolereerd om te blijven voor weinig. Als ik dan echt helemaal aan mijn tax zit vind ik een plaats bij een garage. Ik mag hier slapen en bij de buurman mag ik het toilet gebruiken. Eind goed al goed dacht ik, maar het werd te erg en ik heb toch een hotel opgezocht en de Landrover laten staan. Het was niet meer houdbaar voor me. Letterlijk met een lichte griep en met hoge nood het eerste hotel ingegaan na het betalen van 300 roepies en me opgesloten voor de eerste uren. Na 4 uur slapen voelde ik me weer goed en kwam ik bij toeval Nance online even tegen, toen ik de mail even wou checken. De avond erna de hele avond naar de film “The Bourne supremacy” gekeken. Deze start met een scène in Goa India en dat is het einddoel van deze rit alleen.

Nadat ik in Mysore weer was hersteld van de eerste slechte dag en de maag weer stabiel was ben ik langzaam doorgereden naar Ooty. Om naar Ooty te komen moet je eerst door twee natuurparken. Vlak voor deze natuurparken stopte ik even, want mijn lichaam was flink slecht en wou met ORS het zout en suiker niveau weer wat aanvullen. Als ik de auto stop en de beker heb gevuld met ORS en water, stopt er een auto achter me. Twee jonge gasten uit Bangalore en ze zijn onder de indruk van de Landrover. Ze maken er wat foto’s van en sturen me deze later toe. Ik ben eigenlijk slecht aanspreekbaar en super niet lekker en zie dat ook op de foto’s die ze me toesturen later. Ze zijn op weg naar een bruiloft in Ooty en als ze weg zijn stopt er een andere auto. Deze herken ik van de snelweg op weg naar Pune ruim een week geleden. Dit kersverse echtpaar is duidelijk niet zo degelijk en conservatief als de gemiddelde Indiër. Als ik het goed kan inschatten zoeken deze mensen wel wat plekjes voor zichzelf om even terug te trekken. De vrouw loopt continue aan hem te plukken. Het is wel grappig dat ze me herkenden van de snelweg. Das al de nodige tijd terug en nu rijden ze in een land van 1,1 miljard mensen weer achter me aan. Ik valduidelijk dus wel op tussen de Indiërs, maar ze hadden wel een betere timing kunnen hebben als het gaat om het aanspreken van me. Ik voel me lichamelijk zwaar kloten.

Iets later knap ik toch weer wat op en kan ik rustig de natuurparken doorrijden. Ik zie onderweg nog wat herten, apen en diverse kleine dieren. Helaas heb ik de olifanten en tijgers gemist in dit reservaat. Je kan ook niet alles hebben he. Midden tussen de twee parken ligt de grens van twee staten. Hierdoor zijn het ook twee natuurparken. Fysiek is het waarschijnlijk een park. 2 agenten staan stil en manen iedere vrachtwagen aan de kant. Ook ik ben aan de beurt en blijkbaar willen ze me “lading” controleren. Andere auto’s rijden gewoon door en ik zit ze flink op de huid dat ze me nu moeten controleren, omdat ik anders doorrijd, aangezien al de personenauto’s doorrijden. Ik haal het kentekenbewijs op om aan te tonen dat het een personenauto betreft en daarna willen ze nog niet op of om kijken. Ik stap in de auto en rij door. Ik heb ze gewaarschuwd en iedereen staat verontwaardigd te kijken. Ik zie wel weer wat er gebeurt nu hierna, maar ik hoor er niets meer van weer. Ze zouden me er voor kunnen aanhouden, maar de Nederlandse bluf wint vandaag.

Overigen

Ik ben in Mysore op de tweede avond naar de film geweest. De film gangster is in Hindi, maar kon hem volledig volgen, ook al versta je niets van hetgeen er gezegd wordt. De muziek is nu zo blijven hangen dat ik van de week in Goa de muziek heb gekopieerd. Het zou mooi zijn als ik de landrover in zo’n Bollywood film kon loodsen,maar daarvoor moet ik nog even wachten tot Mombay. Je weet het nooit. In ieder geval zal ik de filmmuziek goed kunnen gebruiken voor de presentatie van de reis, die ik wil maken van de reis als ik terug ben in Nederland. Je zou zeggen dat dit een van de nieuwe goals is.

De laatste dag van deze week reed ik de hele dag naar Mudarai om daar vlak voor zonsondergang binnen te rijden. Het koste veel kracht slingerend door de stad om een plek te vinden om te slapen en ben de stad weer uitgereden. Ik was het zat. Deze nacht vond ik een plekje bij een stalling voor schoolbussen. Ik denk niet ergens rustiger te kunnen staan totdat op 30 meter afstand een nachttrein luid toeterend langs komt. Dit gebeurt minstens elk uur, maar ik hoor ze niet. Ik heb er geen oordoppen voornodig. Het onwaarschijnlijke harde geluid gaat er aan de ene kant weer in en andere weer uit. Morgen nog een dag door naar de zee en daar ga ik voor. De zee staat om de hoek en ik ben er klaar voor om deze te ontmoeten.