2006-04-21: India: Heilige rustdagen in Varanasi.

Ik word bijtijds wakker. Het is een voordeel dat je nooit de wekker hoeft te zetten. Over het algemeen lig je er bijtijds in en na een uur of 9 slapen, wordt je vanzelf wakker door de warmte. Ik pak vanochtend eerste de Landrover wat op en maak het allemaal wat meer naar mijn zin.

Mijn maag is nog steeds wat van slag en daardoor maak ik wat extra gangen naar het toilet achter de Tibetaanse tempel. Via een klein paadje en langs een vuilnisbelt waar het afval gewoon in de brand wordt gestoken, kun je plaatsnemen in een van de toiletten. Op plaatsnemen, een gehurkte houding aan nemen is een beter woord hiervoor.

Als ik rond de landrover wat zaken opruim wordt ik in een keer blij verrast. Eerst komen er al twee Nederlanders aanlopen die het kenteken herkennen van de Nederlandse makelij. De dame is een landrover liefhebber en voor haar is het een droom om met en landrover rond de wereld te reizen, zoals zoveel mensen die ik onderweg tegenkom. Ik heb gemerkt onderweg dat ik maar een van de vele reizigers ben die dit soort reizen maken, maar toch is een reis van 12 maanden maken met een landrover van 27 jaar oud toch altijd net even wat anders als je met de andere reizigers praat. Er zijn dus toch verschillen. Natuurlijk wil ze met me op de foto om het vast te leggen. Initieel waren ze op weg naar Nepal, maar gezien de situatie die daar is, hebben ze daar vanaf gezien. Al lijkt het erop dat ze wel weer kunnen gaan bijna, maar goed ze hadden maar beperkt de tijd.

Als ik de thee water opzet komt er in een keer een bekende om de hoek. De Engelse Catherine komt met haar vader de tempel bezoeken. Twee weken geleden bijna alweer heeft ze afscheid van ons genomen om haar vrienden en vader te ontmoeten in Delhi en nu loopt ze precies hier. Ze herkent de landrover vrijwel direct en we spreken elkaar aan. Natuurlijk is het lastig om te vertelen dat Herbert er niet is, maar goed ze lijkt te begrijpen dat het even nodig was. Als ik aan haar vader ben voorgesteld, kan ik me voorstellen dat ook Catherine is gaan reizen. Het is een open man met de nodige reislust als ik zijn verhaal een beetje beluister en natuurlijk moet ik wederom voor de tweede keer op de foto vandaag.

Aangezien ze weer snel verder moeten naar de volgende tempels moeten we snel afscheid nemen. Catherine loopt weg en meld dat ik het weer snel moet regelen dat ik met Herbert in de Landrover zit, maar ja dat is makkelijker gezegd als gedaan. Daarvoor zal er nog wat water door de IJssel moet stromen.

Als ik alles gereed heb en de thee op is geef ik de gids van gisteren nog een hand en start de landrover om te gaan naar Varanasi. Deze heilige plaats ligt 10 km verderop en hoop door de stad van iets meer als 1 miljoen snel het Assi Ghat te vinden waar ik heen wil, al zal ik waarschijnlijk de eerste drukke stad alleen moeten doorwringen. Ik maak nog even een donatie van 25 Roepie voor de overnachting aan de tempel “and of I go!”.

Ik rijd in de eerste en tweede versnelling langzaam naar Varanasi en stop onderweg een keer bij een drukke rotonde om te vragen waar ik heen moet, met de Lonely Planet op schoot. Ik moet uitstappen en als ik merk dat ik op de goede weg zit loop ik terug naar de landrover en schrik me lam. Onder de Landrover ligt een compleet oliespoor. Om de 20 a 30 cm een druppel om een spoor te maken die aangeeft waar ik gereden heb en direct een plas olie van een de nodige vele milliliters. Ik realiseer me als dit een spoor is van een paar kilometer dat ik nog wel eens om de 50 km de nodige liters kon gaan bijvullen om de auto onder deze omstandigheden naar Mombay te krijgen.

Al mijn recent gemaakt plannen schieten weg uit mijn hoofd en ik realiseer me dat het gedaan is met de pret. 750 km na de laatste reparatie is er domweg weer lekkage en nog harder als ooit tevoren en dat geeft me direct een verloren gevoel. Dag reis, dag landrover, dag India.

Ik wacht even af wat er gebeurt, maar het blijft doorlekken en daarnaast brandt er nog geen lampje van de motorolie op het dashboard. De oliedrukmeter is afgelopen weken nog vervangen voor een nieuwe, dus daar kan het niet aan liggen. Ik realiseer me dat ik eerst maar langzaam naar Assi Ghat moet bewegen en ik overbrug een afstand van een paar luttele kilometer in 1 a 2 uur. Tussendoor maak ik de nodige checks om er zeker van te zijn dat ik geen vastloper krijg en loop alles visueel langs om te kijken wat er verandert. Ik heb voor mezelf al een checklijst gemaakt in gedachten op basis van de dingen die ik heb geleerd onderweg van de Landrover, maar gedurende de laatste kilometers verandert er niet veel. Het lekken lijkt bij aankomst in Assi Ghat iets minder te zijn geworden en ik plaats een eetbordje onder de auto om de olie op te vangen. Het olielampje brand nog niet en het niveau van de motorolie is nog steeds voldoende. Er klopt iets niet, maar ik besluit eerst een hotel te zoeken. De eerste kilometers heb ik geen grote schade opgelopen en ik wil toch een paar dagen blijven in Varanasi, dus eerst die zaken maar even regelen en dan ik de juiste aandacht aan het hart van de auto besteden. Maar het moge duidelijk zijn hoe al mijn plannen, zoals het halen van de 25.000 km grens, de vrije autoreis door India en de toekomst even fijn in een kort tijdsbestek wederom even onderuit werd gemaaid. Ik denk toch dat ik genoeg zelfbesef heb om te weten wat wel reëel en niet reëel is. En als onze robuuste landrover echt zoveel blijft lekken dan is het snel over en zal ik alternatief transport moeten gaan zoeken naar Mombay en zo snel mogelijk verschepen.

In Varanasi spreken direct alle riksja chauffeurs je aan. Ze willen je overal mee helpen en lijken vooral te gokken op een band met je, waardoor je altijd van hen diensten gebruik maakt. Ik heb meteen een maffe indiaan naast me die met een verrot gebit me heerlijk toelacht. Ik mocht het bordje niet onder de auto laten liggen,want dan was die zo weg. Het was in ieder geval een meewerkende man, maar ik merk aan mezelf dat ik wat verbitterd reageer op al die mannen en geen zin heb in sociale “small talks” of leuk de toerist uit wil hangen. Voor mij is het weer even schoon schip maken en daarna zie ik wel weer verder.

Varanasi heeft allerlei “ghats”. De Lonely Planet vertaald deze als “Steps or a landing in a river”. Zoals ik al zei worden hier ceremonies, crematies, feesten en vele andere zaken geregeld. In Assi ghat zitten de nodige hotels en na wat zoekwerk kom ik bij hotel Tempel on the Gangus uit. Ik mag de Landrover gratis parkeren. Voor gebruik van toilet en douche moet ik 20 roepies betalen. Ze nemen natuurlijk geen verantwoording voor de parkeerplaats en bij navraag blijken de kinderen wel eens met steentjes te gooien, maar dat is een gevaar overal in India. Ik spreek de buren even aan en zal de tent elke dag in moeten klappen.

Verderop aan de Gangus stond een andere kampeerder,maar daar staat de auto volledig uit zicht en dat is mijn alternatief als ik het hier niets vind vanavond. Als het hotel geregeld is en de Landrover goed staat, check ik de olie nog een keer. Het valt nu mee en de olie is nog steeds niet gezakt van de motor na al die lekkages. Het blijft vreemd. Eerst moet de honger worden gestild. Ik had nog geen ontbijt gehad en bij een ander hotel kan ik een fijne kaas omelet met toast krijgen en daar zie ik ook dat er vanavond een concert is elders in de stad.

Verder is het warm en zweet ik als een otter de gehele dag. Ik breng nog wel even de was weg, lees de Lonely Planet en koop mezelf een Airtel kaartje waar ik in heel India dekking heb met mijn GSM. Voor totaal 150 roepies heb ik een GSM sim die overal werkt en bij te laden is en voor 450 Roepies krijg je circa 408 roepies aan tegoed. Elke sms je kost maar 5 roepies en bellen naar een vast toestel circa 10 tot 17 roepies per minuut. Een goede investering dus weer aangezien ik hier wel een maand of twee gebruik van zalmaken. IK heb nu gemiddeld een rekening van 30 tot 40 euro in Nederland door alles sms jes die 78 eurocent kosten en met deze actie kan ik voor 25 eurocent een sms sturen. Een paar sms’jes in de maand en de onkosten zijn er al uit. Ik gebruik het eigenlijk ook alleen voor de sms met mijn vriendin en verder laat ik de telefoon links liggen. Bij de winkel koste het de nodige moeite want ik moest eerste een pasfoto en een kopie van het paspoort inleveren en natuurlijk vergeet ik de pasfoto’s de eerste keer en kon ik dus voor een tweede keer een teruggang maken.

Als ik alles weer een keer langsloop bij de Landrover komt er in een keer weer een dombo aanlopen. Een grote olifant met temmer en lachend kom ik naast deze reus staan die naast de Landrover staat nu. Een geweldig beest om te zien en bijna raakt het beest me aan met zijn slurf, die blijkbaar op zoek is naar lekkernijen. Ik mag erop voor 1000 roepies roept de temmer, maar dat gaan we niet doen natuurlijk.

Na mijn olifantenervaring wordt het even tijd om te ontspannen en ik spreek bij de kapper iemand aan. Er staat een indiaan met een grote dikke blote buik en zijn zoons kunnen goed engels praten en ik laat me verleiden om voor 15 roepies een scheerbeurt te nemen. Het wordt tijd voor een nieuwe start en dus ook tijd om mijn originele gezicht weer iets naar voren te halen. Ik wil een lange snor en laat verder alles weghalen. De kappers vertellen me veel over hun familie. Blijkbaar was het vroeger zo dat bij khast geregeld was wie de kappers waren en deze familie houdt zich hier aan. Tussendoor maken we een foto van de man met zijn grote buik achter de knipstoel. Het is duidelijk dat de stoelen zijn ingericht voor Indianen, want ik pas er nauwelijks aan en de kleine mannetjes moeten continue op een verhoging staan. Met de huid tussen de vingers, trekken ze de plooien strak en gaat het mesje over de geprikkelde huid om de lange haren te verwijderen. Eindelijk zullen de vrouwen me weer herkennen op straat, is er geen gemopper meer vanuit Nederland en kunnen mensen me misschien weer herkennen op foto’s. Ik zie langzaam voor het eerste mijn kin weer en verder laat ik de lange snorharen nog even staan. Het is dus eigenlijk nog niet helemaal over, maar ook dat zal niet lang meer duren. Waarschijnlijk valt die er de volgende scheerbeurt wel af. Voor een paar centen laat ik me scheren en voelt alles weer fris en guitig om daarna rustig aan de Assi ghat te gaan zitten, waar de zon langzaam onder gaat.

Ik wordt al snel aangesproken door meerder jeugdige mensen, die aan het gokken zijn op het afgeleide spelletje van cricket. De man met stok moet een houten stok van de grond tikken met het slagwapen en als de houten balk in de lucht vliegt moet hij met dezelfde stok het hout zo ver mogelijk wegmeppen. Van waar het hout ligt wordt het hout teruggegooid. Als dit hout de stok raakt, die op de grond is neergelegd, dan is de slagman uit en mag een andere het proberen. Iedereen legt de nodige roepies in wordt er flink gewed op de spelers in de tussentijd.

In de avond heb ik nog niet gegeten, maar duik eerst het internetcafe in. Ik heb zin in om Nance te praten eindelijk. Zij is er ook vanavond en kan ik me eens een beetje uiten en van me af praten. Ik heb dat nodig weet ik van mezelf. Ik werk eerst de nodige mails weg en daarna is ze al snel online. En daar laat ik het inhoudelijk gezien dan maar bij. Een paar uur later hebben we afscheid genomen omdat het internetcafe dicht wou. Dat is altijd de grens. Wij kunnen uren doorpraten, maar daar is zo’n internetcafe houder niet altijd van gecharmeerd. Het blijft ook een fantastische vrouw ook hoor, die danseres.

Bij een hotel verderop ga ik zitten voor een maaltijd en krijg ik een goedkoop Indiaas gerecht aangesmeerd in een heerlijke Airco ruimte. Het is een gepaneerd stuk groente met de nodige curry erom heen en het smaakt me heerlijk. Het Indiase eten bevalt me erg goed, als die poeperij maar een keer ophoudt. Het lijkt er in ieder geval op dat de maagkrampen weg zijn nu en dat het weer wat stabieler wordt gelukkig.

Na het eten ga ik nog even naar het concert wat geen ruk voorstelt. Ik had even gesproken met een andere toerist, die teveel hasj en matra’s tot zich heeft genomen vrees ik en ben toch maar gegaan. In een tempel afgeladen met mensen die op de grond liggen te slapen, staat een klein podium waar een softy freak met begeleiding op zit in kleermakershouding. Hij heeft iets van een piano besnaarde instrument en met kleine bolletjes slaat hij op de pianosnaren als het ware. Het lijkt eerst alsof hij aan het stemmen is, maar nee. Het is muziek. Heel soms klinkt het wel erg mooi, maar dat is niet veel. Het zal wel een bekende zijn, want alles is afgeladen vol. Tussendoor praat hij de menigte toe en de softe indiaan met lang haar krijgt het respect. Waarschijnlijk omdat iedereen ligt te slapen, maar dat weet ik niet zeker.

Eigenlijk ben ik te moe en als ik 3 rondjes heb gelopen verkas ik weer naar buiten om naar huis te gaan. Buiten hangt een grappig bord in de schijnwerpers. Hierop staat de merknaam “Gay Lord”. Ik denk dat het in Nederland niet mogelijk is om deze teksten vrij te gebruiken, maar ik moest wel lachen. Een voorbeeld hoe anders zaken in India worden geïnterpreteerd. Het bedrijf verkocht sapjes en drankjes en mensen konden er rustig zitten.

Ik ga snel door de horde riksja chauffeurs heen en laat me naar huis sturen. Deze chauffeur laat me de kleine donkere steegjes zien en ik realiseer me dat ik niet meer weet waar ik ben. Als even later het hotel opdoemt, klap ik snel de tent open. Ik ben kapot en zwaar moe. Tijd om te slapen.