2006-04-20: India: Serene boeddhistische rust in Sarnath.

Ik heb een goede nachtrust gehad en als ik de tempel en zijn beheerder verlaat wil hij voor twee dagen geld zien, maar daarmee heeft hij mooi pech. Ik betaal 1 dag en na een ontbijtje bij de Thukpa Plaza ga ik ervan door in de richting van Varanasi. Ik hoop daar vanavond te zijn en het is een lange rit. Ik realiseer me eens temeer dat het een lastige klus wordt om overal ongeschonden door heen te komen en dat ik de nodige rust moet pakken onderweg en de nodige pauzes. Het is in de morgen al heet inmiddels.

Onderweg wordt het nu ook wat lastiger. Er is niemand die de cd’s wisselt en ook een zonnebril pakken of navigeren gaat lastiger. Ik heb al wel de aluminium luikjes voor de achterramen gezet. Dat geeft de mogelijkheidheid om de achterramen open te zetten. Ik moest wel een van de luikjes bijzagen, omdat deze met het nieuwe gaas niet paste, maar het zit feilloos weer. Het is jammer dat we die niet eerder hebben gebruikt. Het scheelt erg veel aan ventilatie. De bijrijderstoel moet maar dicht blijven. Je kan onverwachts ergens stil staan en dan heb je meteen een bult mensen om de auto scharrellen. Dan maar iets heter in de auto, totdat we meer feeling hebben met dit land. Gedurende de eerste reis loop je tegen wat zaken aan die je anders in moet gaan vullen

Relaxed rijdende ga ik in de richting van Gorahkpur en ik rij hier redelijk snel doorheen. Het is een doorgangsstad en na een beetje zoekwerk zit ik op de goede weg naar Varanasi, de heilig stad aan de Gangus.

Voor ik het weet zie ik een groot bord aan de weg. Ik wil ook wat eten en moet naar het toilet. Nodig eigenlijk ook nog. Ik rij van de weg af en kom bij een “Ghat” aan de Gangus. Een Ghat is een poort aan de heilige rivier waar ceremonies worden gevierd, mensen badderen en soms ook worden gecremeerd. Vooral de Gangus is erg heilig vertelt de Lonely Planet me. Hindu’s geloven dat de “Ganga river” zorgt voor de wedergeboorte van de mensen en dieren. Daarom worden de mensen aan de kade in het openbaar gecremeerd en daarna in de “Ganga” gegooid. Verderop badderen dan ook mensen om hun karma op te vijzelen en hun doel is om een nirvana te bereiken, waarbij ze worden ontheven van de wedergeboorte cyclus. De Gangus is hierin een van de heiligste rivieren.

Ik maak eerst haast om een toilet te vinden. Ik moet nodig en de mensen kijken me wat lacherig aan als ik het terrein over stiefel in mijn korte broek. Het is per toeval dat ik hier terecht kom, maar na het toiletbezoek neem ik de tijd om met wat locals te praten. Ook mag ik zonder problemen de crematies op de gevoelige plaat vastleggen. Het zijn open vuren, waarin een lichaam wordt verbrand. Gedurende 2 a 3 uur vervalt het lichaam tot as en het is best boeiend om hier naar te kijken. Leuk is anders, maar je hebt eigenlijk nog nooit stil gestaan bij de fysieke kant van cremeren en hier gebeurt het in het openbaar.

Verderop zijn jongeren aan het zwemmen in dezelfde Gangus waar de lichamen worden ingegooid. Herbert wou altijd kopje onder en zal dat inmiddels ook al wel gedaan hebben. Ik hou het bij het dopen van de voeten in de Gangus en laat een local, die schijnbaar nog nooit een camera in de hand heeft gehad een foto maken. Op de achtergrond zie je de vuurhaarden, waar de lichamen worden verbrand. Been there, done that.

Het complex is opgesierd met een grote afbeelding van de Hindu god en op de voorgrond staan de 4 aapjes van horen, zien en zwijgen (en een 4e ?). Mijn oma had er vroeger ook een en volgens mij had ze die van Bobby gekregen. Deze oom heeft wat rare uitspattingen gehad voor wat ik ervan heb begrepen, maar als ik naar de Hindu’s kijk zie ik veel overeenkomsten en soms denk ik dat hij niet begrepen werd door de familie omdat hij misschien een Hindustaanse religie najoeg. In Kathmandu zag ik al wat hare krishna’s continue mantra’s roepen met de ogen dicht en gekleed in rose ondergoed en gewaden en volgens mij zijn er ook dergelijke familieverhalen die de ronde doen vanuit het verleden. Ik kan hem ook nog herinneren dat hij wrijvend over zijn neus en met gesloten ogen in zich zelf sprak, maar dat zouden mantra’s kunnen zijn. Misschien moet ik dat eens wat van dichterbij bekijken. Het zou een optie kunnen zijn dat het allemaal best terug te herleiden is.

Vooralsnog zie ik nog geen lekkages en lekkageplekken onder de landrover en vandaag wil ik doorrijden naar Varanasi of Sarnath, afhankelijk van de tijd. Sarnath is wat rustiger en misschien stel ik dat wat meer op prijs vandaag nog. Gedurende de hele dag speelt alles natuurlijk nog door mijn hoofd, maar de nachtrust heeft een hoop goed gemaakt. Alleen het verlangen naar mijn vriendin wordt met de minuut groter. We zullen wel zien vanavond waar we terecht komen.

Onderweg eet ik wat bij een tokootje langs de weg en gooi de voorste twee jerrycans leeg met Diesel in de tank. Deze liters komen waarschijnlijk uit Pakistan nog en het is niet de beste kwaliteit. Dan is dat tenminste ook weg. De eerste berekeningen gaan langzaam naar een verbruik van 1 liter op 8,8 km. Dat zou mooi zijn en het beste resultaat tot nu toe, maar dat moeten we nog even afwachten. Iets verderop rij ik de auto over de magische 20.000 km grens. Die hebben we voorlopig mooi even binnen en ik hoop dat als het zo doorgaat dat ik de 25.000 km vol kan maken als alles mee zit. Al zal ik het in mijn eentje moeten doen. De teleurstelling draait zich langzaam om naar een nieuwe doelstelling. Ik heb altijd al een keer alleen willen reizen en ik krijg nu mooi de gelegenheid om dit 2 maanden te doen. Zo blijkt maar weer. Elk nadeel heeft zijn voordeel. Of niet Cruiff !

Ik kies ervoor om naar Sarnath te rijden. Een rustige plaats op 10 km afstand van Varanasi met boeddhistische tempels en ik ga proberen en rustige stek te vinden. Hard zwetend heb ik bij de tweede optie meer geluk. Ik mag voor niets slapen op het terrein van de Tibetaanse tempel en eventueel een donatie schenken. De man die me aanhoudt, spreekt redelijk engels en neemt me daarna ook op sleeptouw door Sarnath. Ik druk hem op het hart dat ik geen gids nodig ben en dat ik geen geld weggeef en dat was ook niet zijn bedoeling. Samen bekeken we alle tempels tussen 5 en 7 uur en sloegen het museum en de dure opgravingen over. Tussendoor bezoeken we een weverij en doe ik mijn eerste indrukken van de zijdesoorten op in de verkoopwinkel. Compleet moe stort ik neer in de stoel van het restaurant om een lekker Indiaas gerecht te verorberen voor weinig. Het is teveel voor me alleen en naast wat drinken krijgt de “gids” mijn restanten. Het is een beetje raar, maar hij wil het graag zo denk ik dan maar. Op de terugweg probeert hij nog wat geld los te troggelen omdat hij redelijk arm is en hij laat de ruimte van 4 x 5 zien war hij met zijn 5 kinderen en vrouw leeft naast de rest van de familie in de directe gebouwen er naast. Maar helaas ben ik niet vatbaar voor deze pogingen. Het blijft echter een eerlijke vent en spreek af hem morgen weer tegen te komen.

In de avond verder hol ik voornamelijk tussen de pot en de landrover, maar in de rustige hoek van het tempelterrein val ik redelijk vlot in slaap na het nodige sms verkeer met Nancy.