2006-04-15: Nepal: Een dag tijdloos stakingen ontwijken

We zouden vroeg weggaan en al snel staan we naast de Landrover. Ik heb gisteren niet meer gesproken met Herbert, maar kon ook niet in slaap komen. Ik zat in een woedende bui en was tevens direct aan het zoeken naar een manier om het zo snel mogelijk van me af te zetten en door te gaan. Echter ben ik hier niet zo goed in. Ik zit ergens mee of ik zit nergens mee, maar kan moeilijk iets even weg schakelen en later afhandelen. Al weet ik dat de tijd de meesten wonden heelt. Vaak realiseer ik me hoe eenvoudig Herbert soms doorschakelt en nergens mee lijkt te zitten en ik had een tijd geleden al besloten dat ik hierin ook maar wat makkelijker moet worden en iets eerder zaken moet accepteren en door moet gaan. Gisteren ben ik weggelopen nadat ik het ergens niet mee eens was. Dat is niet iets wat ik leuk vind en vond om te doen, maar wist even niets anders. Ik was kwaad op mezelf dat ik het deed, maar snap niet wat ik verder nog moest doen. In de nacht heb ik het laten bezinken om er verder niet weer op terug te komen had ik besloten. Dan had ik het gisteren, maar moeten doen. Ik laat het nu even voor wat het is en Herbert geeft ook zoals gebruikelijk geen kick.

Ik neem vandaag de dag om wat verder uit te zieken en proberen wat meer te herstellen van de laatste slechte dagen dat ik voornamelijk op bed heb gelegen. Herbert is al redelijk snel weg Thamel in. Oorspronkelijk zouden we vanochtend weggaan naar Chitwan, maar na het inpakken van de Landrover bleek dat er weer een staking was en aangezien we wat later waren vonden we het niet zinvol om nu te gaan. Om te voorkomen dat we in Chitwan zelf in het midden van een grootscheepse staking terecht zouden komen, besloten we te blijven en morgenvroeg erg vroeg te vertrekken om voor twaalven over te zijn. Herbert voelde er meer voor om toch direct te gaan, maar na kort overleg zijn we maar niet gegaan vandaag.

Het gaf me wel de gelegenheid om alsnog Nancy digitaal op te zoeken. Ik had het al naast me neergelegd dat ik haar niet zou spreken dit weekend, aangezien we eindelijk naar Chitwan konden. Nu was er ineens wel de mogelijkheid en snel marcherend kwam ik weer bij de Koreaan terecht op zoek naar een glimp van mijn vriendin. Al snel kwam ik haar weer tegen. Heerlijk om haar weer te zien. Ook al zijn er geen fijne luchtjes die overwaaien en is het soms wat moeilijker om non verbaal te communiceren, maar die webcam en de microfoon werken voldoende bij die rare Koreaan. Het is net of je bij elkaar op de bank zit soms, al zal het nooit hetzelfde zijn als elkaar even goed vastpakken. Toch hulde aan de digitale snelweg.

Ik krijg meteen de neiging om mijn geitensik wat te beperken. Het wordt tijd voor de volgende stap. Van de week stond ik nog op een foto. Het was een foto waar ik achter een geit stond als grappige invulling van een sex pose. Tijd om de volgende trede te zoeken een korte baard met grote uitroeiingen langs de mondhoeken. Eens kijken hoe daar iedereen op reageert weer. Bij de kapper moet ik even later weer terug komen aangezien hij druk is, maar ik maak een mooi filmpje van mijn voorganger die op Nepalese wijze een hoofdmassage krijgt. Even later lig ik onder het vuur van deze op kauwgum kauwende jongeman, die me een korte baard bezorgt.

Na internet zoek ik Herbert op bij de Kathmandu Guesthouse. Hij ligt in het gras met een zieke Isabel en Rafael, de lange Zwitser. Isabel start vandaag direct met een verontwaardigde blik naar mij als ik haar wederom een beetje loop te tieren. Blijkbaar is ze nu ziek geworden. Rafel en Herbert lopen te ouwehoeren over de prinses die schaak gezet wordt door een andere eenheid van het schaakbord en deze prinses blijft het middelpunt van de grappen die volgen. Tim, de Amerikaan, is inmiddels verdwenen naar het vliegveld voor zijn vlucht naar huis en de laatste der Mohikanen zijn blijkbaar overgebleven in Kathmandu.

We eten gezamenlijk bij New Orleans, waar de mij welbekende obers me weer hartelijk begroeten dit keer. Wederom een signaal dat ik al te lang hier ben. De spaghetti smaakt goed en Rafael maakt ons wegwijs in Rajestan. Dit is een provincie in India waar we doorheen zullen gaan en hij geeft de nodige tips om ons een beetje de weg te wijzen.

Het gaat steeds makkelijker om na een gevoelsmatige ruzie, woordenwisseling of hoe je het ook noemt, normaler te gaan communiceren. Al blijf ik een hoge drempel houden, toch kan ik me steeds sneller over die strubbelingen heen zetten en weer verder gaan met de normale gang van zaken, inclusief plezier en zorgeloosheid. En dat is ook wat ik eigenlijk wou min of meer. Ik kan het toch niet op generlei wijze veranderen en ik wil niet als enige dagen lang achter elkaar me kloten voelen omdat er iets niet gaat zoals dat in mijn opinie zou behoren te gaan. Ook al gaat nog steeds tegen mijn principes in. Misschien wijzigt het dan toch langzaam. Laten we maar hopen dat er geen problemen meer zijn met de auto en dat we snel weer reizen. We zijn toe om onze eigen reis weer te gaan bouwen, weer verder te gaan en “keep on moving”.

Isabel gaat eerder weg en Rafael blijft met Herbert zitten. Als ik afscheid heb genomen van Rafael en hem een goede reis heb toegewenst, haast ik me naar internet. Ik kan nog even met Nance babbelen en daar maak ik graag gebruik van. Nu kan het nog even op de laatste dag. Vanaf morgen weet ik niet meer waar ik terecht kom en moet ik weer afwachten wat er gaat gebeuren.

Als de avond valt zijn er geen auto’s meer op straat. Thamel heeft wat riksja’s op de wegen en dat is het. Ik denk dat er morgen wederom een staking is. We hebben geen kamer meer en vandaag kan ik weer voor het eerste in de tent. Eindelijk weg uit die verdomde hotelkamer met houten matras. Eindelijk weer mijn eigen “huis” slapen.