2006-04-13: Nepal: Koortsaanval in een notendop

Op de houten plank in het hotel kan ik eigenlijk nooit goed slapen is wel gebleken de laatste twee weken, maar vandaag is het drama. Natuurlijk heb ik wat gedronken, maar ik schrik 4 keer wakker met een nachtmerrie lijkt het, maar in de ochtend kan ik concluderen dat het beginnende koorts was. Flinke maagkrampen heb ik alweer en een hoofdpijn waar je u tegen zegt. Dat is raar voor mij, want ik heb nooit hoofdpijn. Er hoeft geen doosje aspirine naast me op het nachtkastje te liggen om me over te geven aan de konijntjes behoeften zeg maar. Het stamt me door de kop heen en flink koud word ik wakker. Dat is gek, want om deze tijd moet het al 15 tot 20 graden zijn overal en nu heb ik mijn trui aan, slaap ik in een slaapzak en een extra dekbed over me heen getrokken en nog heb ik het flink koud. Herbert blijft ook maar liggen en ik neem aan dat hij hetzelfde heeft.

Ik realiseer me dat ik er weer aan moet geloven, ook al begint het nu wel erg heftig dit keer. De hele ochtend lig ik te rillen, maar ook te badderen in het zweet op een harde plank, wat een bed schijnt te heten. Als ik elke keer een kwartiertje slaap tussendoor en dan weer een keer wakker schiet rond 12 uur, zie ik Herbert eruit komen. Hij heeft gewoon last van het latertje maar is niet ziek.

Hij gaat de Landrover ophalen en ik vraag hem om de Ibuprofen mee te nemen tegen de hoofdpijn en koorts. Het duurt voor mijn gevoel uren en elk half uur maak ik een gang naar het gemeenschappelijke toilet om een klein beetje ontlasting te deponeren. Foei wat kan dat irritant zijn. Zo zwak als wat loop ik over de gang met mijn handdoekje om mijn middel. Ik kan beter een abonnement nemen en hier gaan wonen. Zelfs nu op het moment dat ik dit opschrijf op 17 april heb ik nog last van de stoelgang en een rouwe hoepert.

In het begin van de middag komt Herbert terug met gekochte aspirine en tegen beter weten in slik ik er twee om de hoofdpijn weg te nemen. Ik weet dat alleen Ibuprofen goed werkt. Voor mij geen halfzachte middeltjes als het erop aankomt. Ik ben tegen slikken van medicatie, behalve als het noodzakelijk is, zoals met getrokken verstandskiezen en zoals nu. Het klopt me aan alle kanten op het hoofd. Voordat Herbert definitief buiten de deur gaat, koopt hij op straat dan definitief nog wat Ibuprofen en 1 pil is genoeg om voor bijna 3 uur te laten slapen en alle hoofdpijn weg te nemen. Gelukkig wel.

Ik voel me dan ook een stuk beter en zo goed en slecht als ik kan maak ik me op voor een goede douche. De eerste stap van het herstel plan is gelukt. Nu nog de maagkrampen, de stoelgang en de fysieke gesteldheid regelen. De eerste momenten in zo’n ziektebed hoop je maar dat het niets ernstigs is, maar dat kun je alleen afwachten. Dat ik koorts had was zeker, maar hoe ernstig kun je alleen maar de volgende dag zien na een nachtje slapen. Je kan ook niet even de dokter bellen om langs te komen. Bovendien zegt die ook van: “wacht maar even af tot morgen!” En terecht.

Op een of andere manier heb ik een slechte droom gehad in deze nacht en vraag ik me continue af waarom ik zo’n hoofdpijn heb. Er klopt iets niet buiten de fysieke reactie op de pizza van gisteren natuurlijk. Het schiet me continue door de kop dat ik naar internet moet en moet checken wat er aan de hand is bij Nance. Dat is buitengewoon raar om zo te schrijven, maar ik kon me niets anders bedenken. We hebben zoveel momenten tegelijk dezelfde reactie en dat zelfs op zo’n groter wordende afstand en waarschijnlijk deed ik daarom de kleren aan om een rondje door Thamel te stiefelen.

Bij het internetkantoor was er niets anders als een vette dikke mail over wat er allemaal gebeurd was in Deventer en omstreken en alles is OK. Gelukkig dan heb ik toch gewoon en fysieke reactie gehad op een stomme bacterie en is er niets mis in Deventer. Ik was gewoon toch even bang voor de onbekende lichaamsreactie blijkbaar.

Voldaan trek ik verder in de richting van de Kathmandu Guesthouse. Rafael loop ik hier tegen het lijf en dat kan ook bijna niet anders. De boomlange Zwitser vertelde me gisteren nog op het dak dat hij In Bern had gewerkt bij het nieuwe stadion daar als verantwoordelijke voor het organiseren voor grotere evenementen ter plekke. Een baan die op zich wel interessant is. Een andere kant van de medaille was dat hij aan het einde van de rit alles achter zich heeft gelaten en is gaan reizen. Blijkbaar was dat nodig na alle stress van de afgelopen jaren! Ja hoever wil je gaan. Het blijft een hamvraag!

Nu liep hij naar Dolce Vita waar de rest ook zit, maar ik loop eerst naar vriend “toilet”. Iets wat Rafael niet goed heeft begrepen en als ik van het toilet kom rollen staat Herbert ook voor mijn neus om me op te halen. Hij snapte niets van het verhaal van Rafael. Aan tafel leg ik het nog even goed uit en dan dringt het ook tot de anderen door. Ik zit er als een soort verdoofde zombie bij en na 1 bak thee ga ik er ook weer vandoor. Tim en Isabel zijn compleet moe en zien er uit alsof ze een hele nacht wakker zijn geweest. Hoe kan dat toch. En ik laat ze achter met de andere heren. Tim gaat morgen weg en ik schud hem nog even de hand. Ik hoop dat hij veel plezier heeft straks als hij thuiskomt bij zijn vriendin met alle leuke vakantieverhalen.

Ik duik vrijwel meteen mijn nest in en slik nog een Ibuprofen even later als mijn hele lichaam loopt te verkrampen en er een lichte hoofdpijn terugkomt. Ik wil goed slapen en na de pijnstiller te hebben genomen merk ik niets meer van de wereld om me heen tot de volgende ochtend. Het zal zo meteen Nepalees nieuwjaar zijn, maar ik sla het even over dit jaar hoe zonde ik het ook vind.